Voor veel oud-schaatsers blijft de sport op de achtergrond aanwezig. Voor Leenstra groeide die rol dit jaar onverwacht uit tot iets moois: een functie binnen de organisatie van het testevent voor de Olympische Winterspelen van Milaan-Cortina 2026. En tijdens de Spelen zelf is ze opnieuw van de partij; niet als sporter, maar als steunpilaar voor de huidige generatie in de rol van Athlete Service Coordinator.
Sinds 2020 woont Leenstra in het Italiaanse Baselga di Pinè met haar man Matteo Anesi, eveneens olympisch kampioen ploegenachtervolging. Ze kregen twee kinderen en in het dagelijks leven werkt Leenstra als programmeur aan satellietdata voor natuur- en milieurisico’s. “Doordeweeks zit ik uren achter de computer”, zegt ze lachend. “En nu loop ik twee weken rond op de ijsbaan om problemen op te lossen en brandjes te blussen. Ik vind het fantastisch.”
De kern van haar rol in Milaan: er zijn voor de sporters. Ze beantwoordt vragen en springt bij waar nodig. Soms gaat dat verder dan verwacht. Zo stond ze tien dagen geleden midden in de noodsituatie rond een schaatser uit India. Zijn bagage, inclusief ijzers, was kwijtgeraakt na drie keer overstappen en hij reisde zonder teamleider. “Ik zag hem wat verloren rondlopen”, vertelt Leenstra. Toen duidelijk werd wat er misging, begon voor haar een reeks telefoontjes met de luchthaven en een zoektocht naar leenijzers. Uiteindelijk vond ze via olympisch kampioen en TalentNED-coach Stefano Donagrandi een reservepaar. “Als het dan lukt dat iemand tóch kan starten, is dat zó dankbaar.” Het helpt dat ze vloeiend Italiaans spreekt: “Dan bel je wat makkelijker even met de luchthaven.”
Leenstra vervult in Milaan een veelzijdige rol. Ze vormt met haar collega’s een team dat doet wat nodig is. Van accreditaties tot zorgen dat het hotel weet hoeveel mensen mee-eten. Daarnaast verzamelt ze op eigen initiatief feedback over het ijs. “Dat het voor iedereen gelijk is, staat voorop. Snel of langzaam maakt minder uit dan constant.” De eerste reacties zijn positief.
De ijsbaan in Milaan is tijdelijk; een unicum in de schaatswereld. Het IOC zou dit concept graag vaker zien om toekomstige kandidaat-landen te laten zien dat een vaste overdekte baan geen vereiste hoeft te zijn. Toch vindt Leenstra het een gemiste kans voor Italië. “Het is de tweede keer dat ze de Winterspelen organiseren en nog steeds is er geen overdekte baan. Dat is jammer voor het Italiaans schaatsen.” Het nationale team traint dit jaar vooral in Collalbo, omdat de baan in Baselga di Piné wordt gerenoveerd.
Het ijs in Milaan is na het testevent blijven liggen, maar er wordt niet op geschaatst. “Het wordt tot voor de Spelen weer een bouwplaats. Ze maken het ijs dikker zodat er materiaal overheen kan rijden. Pas vlak voor de Spelen schaven ze het bovenste deel eraf voor een nieuwe ijsvloer.”
Hoewel Leenstra al jaren in Italië woont, voelt de komst van de Olympische Spelen niet als thuiskomen. “Toen ik nog in Wageningen studeerde en hoorde dat de Spelen naar Italië kwamen, dacht ik: wauw. Maar dat gevoel is nu minder sterk. Baselga is geen Milaan of Cortina en Italië is niet mijn thuisland. Dat blijft Nederland.” Wat wél speciaal voor haar blijft: de vele oude bekenden die ze nu weer ontmoet. “Voor het eerst in lange tijd ben ik weer echt actief in de schaatswereld.”
Na haar schaatscarrière studeerde ze Geo-information Science in Wageningen. Haar stage en scriptie deed ze in Italië, midden in coronatijd. Daarna ging ze aan de slag bij ICT-bedrijf AlmaViva. Hier analyseert ze satellietbeelden voor natuur- en milieurisico’s, zoals droogte, overstromingen, ontbossing en aardverschuivingen. “Vooral langzaam bewegende aardverschuivingen, een paar centimeter per jaar, zie je heel goed vanuit de ruimte. Superinteressant werk.”
Soms mist de viervoudig Nederlands kampioene op de 1000 meter de fysieke afwisseling. “Het is veel achter de computer. Daarom is dit werk voor de Spelen een heerlijke tegenhanger.” Haar werkgever moedigt haar olympische bijbaan aan. “Ik heb vakantiedagen opgenomen, maar de collega’s vinden het geweldig. Ze vragen steeds hoe het in Milaan is.”
Roept haar huidige rol herinneringen op aan haar eigen olympische wedstrijden? “Eigenlijk niet”, zegt ze nuchter. “Ik beleef dit vanuit de organisatie, niet als voormalig sporter.” Het Nederlandse consulaat in Milaan heeft inmiddels contact gelegd met Nederlandse oud-atleten in Italië, mogelijk voor een evenement rond de Spelen. “We zien wel wat daaruit komt.”
Veel oud-sporters worstelen met de vraag wat ze na hun carrière moeten doen. Leenstra weet dat het antwoord dichterbij kan liggen dan ze denken. “Kijk wat je écht interessant vindt. Waar je zin hebt om meer over te leren. Bij mij waren dat natuur en milieu. Als je dat volgt, kom je vanzelf op een pad dat bij je past.” Met een glimlach volgt er een praktische tip: “Bedenk wel dat je misschien de hele dag achter de computer zit. Daar moet je óf van houden, óf iets naast zoeken om de balans te houden.”
Lees hier deel 1: Diane Valkenburg: van topschaatser tot trainer en inspanningsfysioloog
Lees hier deel 2: Van schaatsen naar yogamat: hoe Yvonne Nauta rust vond in Yin yoga
Lees hier deel 3: Van ijsbaan naar tv: mediapersoonlijkheid Rob Hadders
Lees hier deel 4: Van ijs en asfalt naar de lucht: helikopterpiloot Elma de Vries
Lees hier deel 5: Daan Olivier: van schaatser naar wielrenner en politicus
Lees hier deel 6: Annita van Doorn: van shorttrack naar fysiotherapie
Lees hier deel 7: Alex Velzeboer wisselt Thialf af met de hel van Soedan
Lees hier deel 8: Bart Veldkamp: van olympisch ijs naar arctische en digitale autonomie