Thialf is gewend om grote toernooien te organiseren. Wat is er nu anders dan normaal?
"Qua beleving voor het kantoorpersoneel is het niet heel anders dan anders. Alleen de mensen die er echt moeten zijn, zijn aanwezig. Zelf probeer ik ook zo min mogelijk in Thialf te komen. We hebben gelukkig nog geen besmettingen gehad bij de ijsmeesters, al moeten we dat wel afkloppen. We moeten hier nu niet hebben dat de baan drie weken dicht moet zoals in Inzell."

Wat is jouw rol in de organisatie van de wedstrijden?
"Operationeel gezien speel ik een kleine rol. Thialf is alleen faciliterend voor de wedstrijden. De grootste druk van de organisatie ligt bij marketingbureau House of Sports. Als er iets bij mij op het bordje komt, is er meestal iets aan de hand. Gelukkig is het nu rustig, dus het gaat goed."

Waar ben je verder druk mee?
"Ik heb het heel druk gehad met de reorganisatie en de financiële situatie. Voor nu hebben we een oplossing, maar het structurele probleem ligt nog steeds op tafel. Samen met NOC*NSF, de provincie, de gemeente en de KNSB voeren we onder leiding van Pier Eringa gesprekken om een structurele oplossing te vinden. Verder hebben we ook het zonnepaneeldossier waar voor mei een oplossing voor moet komen. Het zijn grote dossiers die onder tijdsdruk staan. Daarnaast voeren we ook nog gesprekken over een vernieuwde ijshockeyhal."

Foto: Martin de Jong

Al in oktober werd besloten om Thialf alleen open te houden voor topsport. Hoeveel ruimte gaf dat in de planning?
"Eigenlijk zitten we al het hele seizoen met telkens andere regels. Normaal hebben we heel veel doelgroepen die we verspreiden over vijf banen inclusief de ijshockeyhal. Nu er bijna niks mag, is het rustig en overzichtelijk. Die fase ertussen was heel druk. Je mag veel, maar kunt weinig bieden. Achter de schermen zit iedereen te duwen en trekken voor ijs. Met 30 man in de hal kun je eigenlijk maar op één baan terecht, terwijl we vier banen hebben liggen."

Er waren ook veel wijzigingen in de wedstrijdkalenders. Hoe hebben jullie die periode beleefd?
"Het was erg intensief. De kalender is wel drie keer volledig over de kop gegaan. Wordt het met of zonder publiek? Hebben we een internationale bubbel in november of niet? Daarna ging de nationale kalender weer over de kop. Nu hebben we alsnog heel veel wedstrijden. Thialf is dit seizoen pas écht het schaatshart van de wereld."

Doet het pijn om een leeg Thialf te zien bij alle wedstrijden?
"Na al die wedstrijden begint het bijna te wennen, maar eigenlijk went het nooit. Het is een bizar jaar en het voelt heel gek. Toch ziet het er niet uit als een trainingswedstrijd, want de aankleding en de televisiecamera's zorgen nog wel voor een speciaal gevoel. Het is natuurlijk wel heel sneu voor Antoinette (de Jong), Irene (Schouten) en Patrick (Roest) dat ze hun baanrecords niet hebben kunnen vieren met het publiek. Laten we hopen dat ze dat volgend jaar wel weer kunnen."

Foto: Martin de Jong

Aan het begin van het seizoen waren er veel klachten over het ijs. Toch gaat het elke wedstrijd weer razendsnel. Hoe rijm je dat met elkaar?
"Het is opvallend inderdaad. Nu moeten we ons ineens verdedigen waarom het ijs zo goed is. Thialf blijft toch onder een vergrootglas liggen. In de basis is er in ieder geval niet veel veranderd. De situatie is stabiel, zeker de laatste weken. Sinds de NK's en het WK Kwalificatietoernooi is de temperatuur bijgesteld naar -13,5 graden. Dan kom je op een bovenlaagtemperatuur van tussen de -9 en -10. Veel kouder moet je het niet hebben. Sindsdien is de baan stabiel en wordt er steeds harder gereden. De belangrijkste ingrediënten van een toptijd zijn de schaatser, de luchtdruk en het ijs. De afgelopen wedstrijden hebben we geluk gehad dat alle drie goed waren."

Waarom waren er dan toch weer klachten?
"De afgelopen maanden zijn er dingen gefinetuned. Je moet een balans vinden dat het ijs hard genoeg is voor de allrounders, maar niet te snel breekt voor de sprinters. Het is geen lichtknopje dat je aan en uit zet. Daarnaast heb je ook persoonlijke voorkeuren. Lennart Velema vond het ijs juist wel prettig, terwijl Dai Dai N'tab het levensgevaarlijk vond."

De voorbije wedstrijden zien we opvallend veel valpartijen bij de sprinters. Wat wordt er voor deze week aangepast om dat te voorkomen?
"Het viel inderdaad op dat er veel valpartijen waren. Maar waar ligt het dan aan? Wie vallen er, ligt het aan de voorbereiding van de schaatsers, het gewicht, de stijl, het ijs? Het is gevaarlijk om in een reflex te schieten en aan vijf knoppen tegelijk te gaan draaien. Bij ons was het ook de vraag wat we anders gingen doen. We beginnen met een extra dweilpauze tussen de 500 meter voor vrouwen en mannen. De vloer is verder stabiel en de allrounders hebben geen klachten. We gaan dus eerst zien wat die extra dweilpauze doet."

En dan die laatste prangende vraag. Voor eens en voor altijd, hebben de schaatsers door de luchtsystemen wind mee tijdens de wedstrijd?
"We hebben in Thialf een luchtbehandelingssysteem, geen blowers. Er is een luchtgordijn vanwege de verschillende klimaatzones in de hal. We hebben de omloop, de tribune en de baan. De roosters zorgen voor dat de lucht van de tribune niet op de baan komt. Je kunt met rookproeven laten zien dat die lucht niet boven de baan komt. Je probeert wel dat luchtgordijn te optimaliseren. Ze zitten op 60 à 70 centimeter van elkaar en niet rond de hele baan. Als je de roosters afstelt, kun je dus die gaten dichten. De schaatsers creëren zelf de circulatie op de baan."

Alles lezen over de schaatsbubbel? Klik hier!