Ze vallen op, het tweetal debutanten in de topdivisie. Tom den Heijer (22) die in de twee zwaarste koersen van dit seizoen in de kopgroep zat en tijdens de Trachitol Trophy gretig mee sprintte om de punten voor het tablettenpak en Femke Mossinkoff (20) die bij de dames met haar aanvalsdrang een van de onbetwiste smaakmakers is geworden. Het bracht haar afgelopen zaterdag in Amsterdam zelfs op het podium, nadat ze een rondje voorsprong pakte met ploeggenoot Laura van Ramshorst en de uiteindelijke winnares Aggie Walsma. “Ik moet het niet hebben van de sprint, dus ja, ik moet wel aanvallen”, duidt Femke haar aanvalslust. “Dat is wel nodig om uiteindelijk een overwinning te krijgen, zo reed ik bij de B’s ook. Een sprint is voor mij niet weggelegd.”
Samen trainen
Aan het begin van het seizoen wisten ze na een jaar zonder wedstrijden niet precies waar ze stonden, maar nu het seizoen goed op stoom is, tekent zich een positief beeld af van twee jonge rijders die niet van plan zijn anoniem hun rondjes te draaien. “Vorig jaar hebben we natuurlijk geen wedstrijden gereden, maar wel veel getraind. Dan is het wel leuk dat het bij ons allebei zo goed gaat”, lacht Femke.
“Qua trainingen doen we bijzonder veel samen”, zegt Tom. “Zeker in de zomer. Dan gaan we veel gravelfietsen samen, maar doen we ook skeelertrainingen. Van die trainingsvormpjes: dat we 10 minuten rustig rijden en dan dubbelt de een de ander om de beurt. Of we relayen. We hebben veel samen getraind.” Ze maken van die trainingen samen soms een heel avontuur: gravelen in Duitsland of in België bijvoorbeeld. “Vorig jaar zijn we in de Ardennen geweest en van daaruit zijn we met de auto naar Geisingen gegaan en hebben we met z’n tweeën geskeelerd”, vertelt hij.
De magie van de Weissensee
“Ik heb wel zin in natuurijs!”, zegt Femke enthousiast op de vraag wat de ambities zijn voor de rest van het seizoen. “Wij moeten het als ploeg wel hebben van: ‘Hoe langer hoe beter’. Ik denk wij natuurijs allemaal het leukste vinden. Ik heb daar echt wel zin in.” Voor Femke en Tom hebben de wedstrijden op de Weissensee ook nog eens een speciaal tintje, want daar hebben ze elkaar leren kennen. ”In hoe heet dat kroegje ook alweer? Tegenover de Spar?”, zegt Tom vragend. “Het was na het ONK. Er waren alleen maar B-rijders in de kroeg, het was echt een b-feestje”, grapt hij. “De A-rijders mochten pas na de Alternatieve Elfstedentocht uitgaan, de B-rijders die gaan dan al. Maar daar hebben we elkaar leren kennen.”
“Ik hoop enorm dat de Weissensee doorgaat”, vervolgt hij op serieuze toon. “Dat is gewoon supermooi en ik vind het leuk om daar goed te rijden. Maar ook richting Zweden, daar ben ik ook heel benieuwd naar.” Hetzelfde geldt voor Femke, vertelt ze. “Ik ben wel benieuwd hoe het gaat , met onze hele ploeg, hoe we daar gaan rijden. Hetzelfde ook voor Luleå. Daar ben ik nog nooit geweest. Ik wil graag kijken hoe het daar is en gewoon mijn uiterste best doen.” En of ze dan ook nog die Oostenrijkse kroeg induiken? “Na de wedstrijden”, lacht Femke en Tom vult haar grijnzend aan. “We moeten ons nu als A-rijder gedragen hé.”