Ik hoorde voorheen ook bij de mannen die moeders of aanstaande moeders op de kast te jagen met grappen over het meevallen van een bevalling. De grap blijft waarschijnlijk soms mooi om mee te plagen, maar vanaf nu meen ik er nog minder van dan voorheen.
Nou werd er bij mijn vrouw vals gespeeld en gebruik gemaakt van weeopwekkers, wat vanaf het begin bijna zorgde voor steeds meer continu wordende rugweeën. “Insiders” weten waarschijnlijk dat dit niet de meest fijne variant is van een baby de juiste kant op leiden. Maar hoe een bevalling ook verloopt, voor weinig vrouwen zal het echt een eitje zijn en bij dezen verklaar ik zo’n marathonsessie aan weeën en de uiteindelijke bevalling toch ook echt als topsport.
De mooiste ervaring uit mijn leven zou ik een bevalling niet willen noemen, maar de hele zwangerschap met uiteindelijk de bevalling wijst je er toch nog maar eens op dat je niet zomaar een pakketje opgestuurd krijgt via de DHL. Uiteraard levert het wel het mooiste resultaat van je leven op.
En toen mocht – of moest – ik na 10 dagen weer achter mijn team aan richting het trainingskamp dat we belegd hadden in Cecina (Italië). Het moeten zat hem natuurlijk in het zo snel weer verlaten van het thuisfront. Aan de andere kant was het ook wel lekker om weer in het ritme van de ploeg mee te draaien in het met zonovergoten Italië.
De morgen na mijn aankomst viel ik meteen met mijn neus in de boter. We werden getrakteerd op tijdritten met daaropvolgend een pittige intervaltraining. Op de 1000 meter handhaafde ik me prima, met een weliswaar vijfde plek op de door Kjeld Nuis gewonnen rit, maar op overzienbare achterstand. De drie kilometer daarna levert mij standaard een enorm probleem op. Alsof mijn benen na een 1000 meter zeggen: “Je krijgt maar lekker het heen en weer.” U raadt al dat ik deze afstand niet won.
Wederom was Mark hier duidelijk de snelste, wat hem het klassement opleverde. Op de een of andere manier levert bij mij een voluit gefietste korte tijdrit een nagenoeg volledige lokale blokkade in de bovenbenen op voor de daaropvolgende afstand. Op het ijs heb ik er met zware interval trainingen niet meer last van dan mijn medeschaatsers, maar op de fiets levert het me een achterstand van jewelste op.
Bij dezen dus een experiment of er onder dit lezers publiek een genie zit die hier een zinnige suggestie voor kan geven. Het heeft in ieder geval te maken met het niet snel af kunnen voeren van lactaat uit de spier (die 17.6mmol bedroeg na de 1 km) naar het bloed.
Uiteraard zoek ik ook met Jac hier voor een verbetering voor deze uitdaging, maar ik ben wel eens benieuwd naar een misschien wel verrassende input van de lezer.
Ciao!