Skeelerend maakte de zoon van een moeder die kunstschaatsen als hobby had en een ijshockey spelende vader in die dagen – we schrijven 2015, 2016 – furore bij de internationale inlineploeg van CádoMotus. De Nederlandse directeur van het gelijknamige skatebedrijf, Diederik Hol, herkende het bewegingstalent van de jonge twintiger die zijn sportieve horizon wilde verbreden en zijn oog had laten vallen op het Nederlands erfgoed: schaatsen.
“Tja, aan wie moest ik hem nou toevertrouwen?”, zo herinnert Hol zich nog goed. “Wie kan hem leren schaatsen?” Nou, dat werd Casper Helling, op dat moment al even een teruggetreden marathonman. De Wageninger trok wekelijks met studenten naar de ijsbaan in Nijmegen en vond het geen probleem Loubineaud op sleeptouw te nemen.
“Hij logeerde een week bij me thuis. Sliep in het stapelbed van mijn zoon Klaas en ging elke dag met me mee naar de baan. Ik wilde weleens zien of hij het ene been voor het andere kon krijgen. De studenten van de club IJzersterk die erbij zijn geweest, zullen inmiddels wel denken Is dat nu die Fransman die ooit in ons groepje probeerde mee te rijden? Hahaha! Het is ook bizar hoe zoiets gaat hè: Loubineaud had bij wijze van spreken nog nooit ijs van dichtbij gezien en sinds vandaag geldt hij als houder van het wereldrecord op de vijf kilometer”, merkt Helling op. "Het zou helemaal een stunt zijn geweest als Timothy ook nog onder de zes minuten was geëindigd!"
Terug naar de avonturen van een klein decennium geleden. “Vijf dagen had Timothy rondjes geschaatst in Nijmegen", haalt Helling op uit zijn geheugen. "Een dag was hij mee geweest naar de Jaap Edenbaan om te shorttracken met de marathonrijders van SKITS/ Port of Amsterdam en ik ben nog met hem en m’n zoon Klaas tijdens het publieksuur gaan oefenen op de Nijmeegse baan. Op zaterdag (5 november 2016, red.) startte hij in de Beloftemarathon van Tilburg. En die reed hij direct uit! Ik vind het verbazingwekkend dat hij nu een wereldrecord heeft gereden en tegelijkertijd snap ik het, als ik zag hoe zijn leercurve in die week was.”
Loubineaud, die naderhand nog elf marathons zou rijden, keerde niet meer terug in huize-Helling, maar verlegde zijn ‘werkterrein’ naar Inzell, al een eeuwigheid een broeinest en ontmoetingsplek van schaatsers uit alle windstreken. “Dat is interessant, die internationale rijders. Ze zijn toch allemaal een beetje mafkezen, in de positieve zin van het woord. Ze hebben zo’n ongelooflijke drive. Timothy is afkomstig uit de buurt van Bordeaux en koos ervoor om steeds in zijn eentje daar in Zuid-Duitsland te wonen. Je kunt dat als doodzielig bestempelen. Alleen, hij was slechts met een zaak bezig: een betere schaatser worden. Zo zochten en zoeken al die buitenlanders met datzelfde doel elkaar nog steeds op…. Prachtig wat er dan voor sommigen uiteindelijk van terechtkomt! Ik kan er van genieten”, besluit Helling.