Het beeld gaat heel Nederland rond. Sterker, misschien zelfs wel de wereld over. Elma de Vries lijkt de finale van de Alternatieve naar haar hand te zetten. Passeert Lisa van der Geest in de sprint in de laatste tweehonderd meter en neemt een voorsprong van een meter of tien. Kan niet meer fout. Of toch? Ineens ligt ze op haar buik, schuift nog meterslang over het ijs. De hoop op een tweede zege in de Alternatieve strandt in de sneeuwrand. Van der Geest glijdt over de streep als winnares. Verbijsterd. En volledig kapot.
Dat was het meedogenloze van topsport ten voeten uit. En in het marathonschaatsen geldt een wet: je moet blijven staan. Altijd. Maar vertel dat maar eens op zo’n moment tegen Elma de Vries. Gebroken zat de rijdster van Palet op een koelbox, midden op de finishstraat. ’’Godverdomme jongens, hoe is dit mogelijk’’, stamelde ze. ’’Ik had ‘m. Ik zag de boog, ik had ‘m.’’
Even verderop zat Lisa van der Geest. Misschien niet mentaal gebroken, maar zeker wel fysiek. De frele Warmondse (24) maakte even van haar hart geen moordkuil. ’’Dit was zo zwaar, echt niet normaal. Het was alleen maar slushpuppy achterop. Echt, volgens mij ben ik in die laatste ronde wel tien keer gevallen. Elke keer die klap op die longen, op die ribben.’’ Ze kreeg de woorden amper over haar lippen, werd overeind gehouden door coach Jan-Martien van de Wetering. ’’Het was echt niet leuk. Ik doe dit echt nooit meer. Titel verdedigen? Dat zullen we nog wel zien. Ik moet er nu niet aan denken.’’
Dat was zonder twijfel van toepassing op meer vrouwen, want zeker bij de dames werd de volle tol betaald voor de ingevallen dooi. Aanvankelijk zat er geen gang in de wedstrijd, die werd gekenmerkt door de lange vlucht van Marleen Molenaar en Tessa Snoek. Pas na honderd kilometer, met weer een volledig peloton, gebeurde er wat. ’’Maar vanaf dat moment werd het ook echt zwaar’’, verklaarde Van der Geest.
Ze bleven uiteindelijk met zes vrouwen over. Elma de Vries, Aggie Walsma, Ankie IJtsma, Birgit Witte, Anne Tauber en Van der Geest. Dat speaker Jannes Mulder al snel Aggie Walsma omdoopte in Aggie Valsma zei alles. Het was een helletocht voor de vrouwen.
Van der Geest wist er alles van. ’’Hier is het ijs best okee’’, zei ze, knikkend naar de licht vochtige ijsvloer. ’’Maar aan de achterkant is het slushpuppy. Daar konden we niet schaatsen, alleen een soort lopen. Je zag niet wat er onder zat en dan trapte je weer in een scheur, zat je met je punt in het ijs en ging je weer op je bek, en wéér op je bek.’’
De rijdster van mkbasics.nl was er dat moment al helemaal klaar mee. ’’We stonden alleen maar stil en het duurde allemaal zo lang’’, mopperde ze. ’’Hoe lang hebben we erover gedaan? Acht uur of zo? Fucking hell. Ik geloof nooit dat de hel van '63 zwaarder was. Kan niet.’’
Ze keek in die laatste ronde verbijsterd naar Elma de Vries, die bij haar reed. ’’Elma viel nooit. Nóóit’’, sprak ze haast verontwaardigd. En ik viel zo vaak, was kapot, kon niks meer. En dan moest ik wéér achter haar aan.’’ Maar Van der Geest wist precies wat haar op de baan hield. ’’Dat Iris van der Stelt (ploeggenote, red.) zo lang vooruit heeft gereden. Iris was zo sterk, wilde zo graag. Ik kon het niet maken op te geven, moest het voor haar afmaken. Eén van ons moest het worden.’’
Walsma viel weg, letterlijk bijna. Witte ook. En daarom moesten ze het met ’n vieren uitmaken. En ook die finale was zwaar, stamelde Van der Geest. Ankie IJtsma trok ‘m aan, maar die was ook kapot. We gingen veel te vroeg, het was nog zo ver.
En dan die ontknoping die bij iedereen op het netvlies gebrand stond. De sprint, de val. Van der Geest had amper de woorden en de kracht om het te beschrijven. ’’Elma zat voor me. En toen viel ze, En toen won ik.’’ De Elma de Vries die nooit viel, deed dat één keer. Op een fataal moment.