Eerst het nieuws voor langebaanschaatsers: als de weersomstandigheden meewerken, kunnen zij zeer spoedig weer terecht op hun rondbaan van 400 meter. De afgelopen week waren veegwagens nog druk bezig om de betonvloer stofvrij te maken, intussen zijn ze bezig hierop de ijsplaat neer te leggen.
“Als het weer meewerkt, gaan we op 18 oktober open, maar mogelijk wordt dat een paar dagen later”, meldt Ralph Verbael, manager van Glanerbrook namens exploitant Sportfondsen (voorheen Laco). Zijn 400-meterbaan is tijdens de vernieuwbouw voorzien van een metalen overkapping, een soort carport, die vol gelegd is met zonnepanelen.
De elektriciteit die daarmee wordt opgewekt, helpt mee om Sportpark Glanerbrook energieneutraal te laten draaien. Ofwel: in Geleen gebruiken ze straks evenveel (of minder) energie als ze zelf opwekken. ‘Nul op de meter’ is het streven van de gemeente Sittard-Geleen, en liefst moet dat ook ‘nul euro’s op de rekening’ worden.
Dat ambitieuze streven werd in 2023 hardop uitgesproken door de gemeenteraad van Sittard-Geleen, die zo’n 92 miljoen euro in de vernieuwbouw investeert, inclusief de herinrichting van het omliggende Burgemeester Damenpark (waar ooit Pinkpop begon). In 2023 zijn ook de werkzaamheden gestart, die nu in de afrondende fase zijn.
“Noteert u vast in uw agenda’s: in mei volgend jaar is de grande opening”, zegt Sjaak Aussems, projectmanager namens de gemeente Sittard-Geleen. Hij heeft de afgelopen drie jaar een monsterklus verricht, samen met een lange rits bouwpartners. “En tijdens het werk heeft de exploitant Sportfondsen de winkel steeds opengehouden.”
Al klaar zijn de twee opgeknapte sporthallen, het 50-meterzwembad, een gloednieuw ijsstadion (met 30x60 meter piste voor ijshockey en kunstschaatsen) en de overkapping van de 400-meterijsbaan. Nog op de planning voor deze winter staan: opknappen van het recreatiezwembad en horeca, de laadpalen voor elektrische auto’s op het parkeerterrein en de laatste zonnepanelen op het sporthaldak. In een later stadium volgt de invulling van het park, met ruimte voor urban sports.
Waar velen met grote interesse naar kijken, is hoe Sportpark Glanerbrook het voor elkaar krijgt om straks energieneutraal te opereren. Toen de gemeente deze ambitie uitsprak, had ze nog geen vastomlijnd idee hoe dat moest. Met hulp van slimme bouwpartners is niet alleen een ingenieus plan bedacht, maar is ook ongeveer 3 miljoen euro geïnvesteerd in maatregelen om de verduurzaming in de praktijk te brengen.
Niet voor niets bracht het Team Duurzaam IJs recent een bezoek aan Sportpark Glanerbrook. Via dit consortium probeert de KNSB samen met partners Essent en Daikin om de verduurzaming van kunstijsbanen een boost te geven. Recent werd bekend dat in Hoorn een pilot start bij IJsbaan De Westfries; het is de bedoeling dat meer ijsbanen volgen.
Wat ze in Sittard-Geleen doen, past precies in de strategie die Team Duurzaam IJs voor ogen heeft. Eerst breng je in kaart hoeveel en wat voor energie je verbruikt. Dan ga je kijken hoe je energie kunt besparen, zelf elektriciteit kunt opwekken en die optimaal kunt benutten. Dat leidt tot een integraal energieconcept, waarmee je de ijsbaan duurzaam en toekomstbestendig maakt.
Ook in Sittard-Geleen zijn ze begonnen met het monitoren van de hoeveelheid gas en elektriciteit die het sportcomplex in de oude situatie gebruikte. Toen is gekeken naar mogelijkheden om energie te besparen. Bijvoorbeeld: met de overkapping heb je minder last van zon en wind op de 400-meterbaan, waardoor het ijs maken minder energie zal kosten.
Volgende stap: hoe kun je zelf het best energie opwekken? Daarvoor liggen de 5200 zonnepanelen op alle daken van het complex. De carport boven de 400-meterbaan leverde vele vierkante meters extra ruimte op om die panelen te plaatsen. Mede daardoor is de rondbaan voor langebaanschaatsers nieuw leven ingeblazen.
Tot slot: hoe stem je de energiestromen optimaal op elkaar af? De restwarmte die je hebt bij het ijs maken, benut je onder meer voor verwarming van het zwemwater. Een overschot aan zonne-energie kun je via 28 laadpalen (tegen betaling) aan elektrische auto’s kwijt. Er is ook een slimme batterij geïnstalleerd, die energie tijdelijk kan opslaan. Een elektriciteitsmanagementsysteem (EMS) helpt om actueel te sturen op het totale stroomverbruik. Zo houd je ook de kosten zo laag mogelijk.
Waar Alkmaar (De Meent) en Leiden (De Vliet) reeds als voorbeeldprojecten gelden, zo zal Sittard-Geleen ook de aandacht trekken. O ja, als de hele operatie is afgerond, zijn ze bij Sportpark Glanerbrook helemaal van het aardgas af. Alles draait straks op, liefst zelf opgewekte, elektriciteit. En door de kilometers pijpleiding onder de beide ijsvloeren (400 meter en 30x60 meter) stroomt geen ammoniak meer, maar het milieuvriendelijker CO2.
De belangrijkste partners die in Sittard-Geleen voor de verduurzaming zorgen zijn naast hoofdaannemer Mertens: de bedrijven Spie, Deerns, Fudura, NOAHH, TBH en Equans. Hun gezamenlijk doel: een sportcomplex bouwen dat ‘klaar is voor morgen’. Dat gaat lukken, meldt projectleider Aussems vol vertrouwen.
Spannend wordt het natuurlijk wel. Want als het vernieuwbouwde complex straks operationeel is, werkt alles dan precies zoals gepland? Verbruikt Glanerbrook dan evenveel energie als het zelf opwekt, of zelfs nog minder? Of lukt het toch niet om nul-op-de-meter en nul-in-euro's te scoren?
Om de toekomstige exploitant – het huidige contract met Sportfondsen loopt medio 2026 af – te behoeden voor tegenvallers, betaalt de gemeente Sittard-Geleen de eerste drie jaar de energierekening. In de oude situatie verbruikte het complex voor 1,3 miljoen euro per jaar aan gas en elektra, dat moet dus terug naar 0 euro... Aussems: “Na drie jaar heb je goed inzicht wat het werkelijke energieverbruik is, dan kunnen we reële afspraken maken.”
De verwachtingen in Sittard-Geleen zijn hooggespannen, zowel qua verduurzaming als op sportief gebied. Zuid-Limburg scoort slecht in gezondheidsrankings, dus het stimuleren van sport en beweging is de betrokken overheden veel waard. Sportpark Glanerbrook wordt een complex waar de sportieve Limburgers hun vingers bij af kunnen likken: van zwemmers tot ijshockeyers en van handballers tot wielrenners. En natuurlijk profiteren ook de kunst- en langebaanschaatsers van de (ver)nieuw(d)e accommodatie.
De Limburgse Schaatsvrienden kijken dan ook reikhalzend uit naar de opening van ‘hun’ baan. Zij zullen, als de robots goed zijn ingeregeld, twee gloednieuwe dweilmachines zien rijden waar een ijsmeester aan het stuur niet meer noodzakelijk is. De nieuwe boarding wordt spoedig geleverd, daarna wordt de belijning aangebracht en leggen ze in een week tijd de ijsvloer erin. “Dan gaan we weer open, dat wordt een feest”, zegt manager Verbael.