Dat hebben ze niet verwacht. “De communicatie verliep wel heel soepel”, zegt Lianne van Loon (21) na afloop van de puntenkoers, het tweede onderdeel van de dag. “Nou hè”, beaamt de anderhalf jaar oudere Fleur Veen, “en dat voor een eerste wedstrijd. Ik dacht: dat wordt wennen.”
Lianne opnieuw: “We vulden elkaar heel goed aan. Aan een half woord hadden we genoeg onderweg, dat was leuk om te merken.”
Fleur: “Dan helpt het toch, dat we elkaar al zo lang kennen. Een jaar of twaalf…”
“Ja”, haakt Lianne in, “we zijn samen begonnen in de regioselectie toen we een jaar of twaalf waren.” “Totdat ik naar Friesland ben gegaan en Lianne bij Midden bleef. Toen reden we ineens tegen elkaar.”

Nu het duo deel uitmaakt van A6.nl, is alles weer bij het oude. Samen trekken ze op tegen de concurrentie, en op de eerste KNSB Inline Cup werkt dat prima. Van Loon, vorige week in Portugal bij de Europa Cup al opzienbarend sterk (tweede op de puntenkoers), bevestigt die puike vorm door de twee disciplines van de dag op haar naam te brengen. Op de 1000 meter is de Gouwse veel te rap voor de rest (Veen krijgt een DSQ achter haar naam omdat ze met haar skate over een lijn rijdt), in de puntenkoers/afvallingsrace zorgen ze voor een een-tweetje. Precies zoals is afgesproken met coach/ploegleidster Manon Kamminga.

Lianne: “Nou, je kunt het in een wedstrijd niet helemaal uitvoeren zoals je het van tevoren ziet. Zo van ‘jij rijdt in ronde acht weg en pakt de punten’…
Fleur: “Nee, we proberen het meer volgens grote lijnen te doen, maar vanmiddag liep het als vanzelf.
Lianne: “Heel mooi en tof.”
En compleet anders dan in de puntenkoers van Lagos, een week geleden. Ze moeten beiden lachen. “Ja, iets gemakkelijker hier, haha. Het peloton in de Europa Cup bestond uit vijftig vrouwen. Het reed daar ook een stuk harder. Om daar mee te kunnen, is het belangrijk dat we in dit soort wedstrijden goed presteren. Al weet je nooit hoe een race zal verlopen, we willen proberen dominant te rijden.”

Foto: Glenn Wassenbergh

Fleur: “Maar de internationale optredens blijven voor ons het voornaamst.”
Lianne: “Volgend weekend zitten we in Gross Gerau, de week erop Geislingen en dan weer in Heerde: drie Europa Cups op een rij.”
Fleur: “Als je goed wilt zijn op het EK, later dit seizoen, moet je die wedstrijdervaring hebben. Nationaal is het anders, omdat we altijd voor de winst strijden of het podium. Daar leer je ook van. Wij hadden het er net over. Om een puntenkoers hier te winnen, moet je tussen de vijftien en twintig punten behalen. Dan moet je dus tien keer kunnen meesprinten. Rijd je voor de vierde of vijfde plek, dan zijn drie of vier sprintjes voldoende.”
Lianne: “Dus rijd je in dat geval op een andere manier. In de buitenlandse competitie is het sowieso verschillend. Je doet net zo goed mee om te winnen, maar de tactiek pas je erop aan.”