Leerdam, die in het voorseizoen nog niet onder de 38 seconden had gereden, sloeg op de eerste 500 meter meteen haar slag door met een tijd van 37,58 bijna twee tienden van een seconden sneller te rijden dan Femke Kok, die vorig seizoen bijna alle 500 meters had gewonnen waar ze aan meedeed. Volgens Leerdam zorgde de opgebouwde voorsprong voor een kleine aanpassing in haar mindset richting de tweede omloop. "Met name voor de tweede binnenbocht wilde ik wel gewoon de tijd nemen, zodat ik geen gehaaste foutjes zou maken. Dat verliep gelukkig goed", aldus Leerdam, die Kok in een onderling gevecht (37,49 om 37,62) de baas was.

Door beide 500 meters overtuigend te winnen ('de tweede ging technisch gezien een stuk beter dan de eerste'), mocht Leerdam zich net als in 2019 Nederlands kampioene noemen. Dat ze bovendien haar eigen kampioenschapsrecord - die stond op 37,75 - tot twee keer toe verbeterde, maakte haar extra gelukkig. "Dat ik nu al zo hard rijd, had ik helemaal niet verwacht", glunderde Leerdam na afloop in de mixed zone. "Waar ik nou het meest tevreden over ben? Natuurlijk met de gouden medaille, maar ook over het feit dat ik best wel lekker schaats. En dat terwijl het absoluut nog niet perfect is."

Op vrijdag, tijdens de eerste dag van de Daikin NK Afstanden, liet Leerdam ook al zien over een goede vorm te beschikken. Op de 1500 meter verbaasde ze namelijk vriend en vijand door als derde te eindigen, vlak achter Antoinette de Jong en Ireen Wüst. Of deze prestatie haar geholpen heeft in aanloop naar de 500 meter, vindt ze moeilijk te zeggen. "Het is zo: óf het kan nóg harder óf ik ga er goed op. Maar om eerlijk te zijn, zie ik tot nu toe alleen nog maar voordelen", aldus Leerdam. "Omdat ik al wat heb geproefd van het ijs en daardoor een wat betere coördinatie heb, kan het me zeker helpen, al vind ik het soms nog wel moeilijk om te schakelen naar een snellere frequentie."

Bij Femke Kok overheerste na afloop van de 500 meter de teleurstelling. De 21-jarige Friezin, die vorig seizoen alle World Cups over 500 meter wist te winnen, kwam zaterdag niet in de buurt van de tijden waar ze vorig seizoen zoveel indruk mee maakte. "Natuurlijk had ik graag m'n titel willen verdedigen, maar ik ben op dit moment gewoon nog niet goed genoeg. Ik mis nog wat snelheid, al was dat ook wel een beetje ingecalculeerd", doelt Kok op de liesblessure waar ze vorige week ineens mee te maken kreeg.

Tijdens een training op vrijdag schoot het erin. "Dat was wel even schrikken. Ik heb vervolgens de hele week niet op snelheid kunnen trainen en pas op de vrijdag voor het eerst weer een startje gedaan. Dat is gewoon zonde", aldus Kok, die desalniettemin tevreden kon zijn dat ze zich als tweede had geplaatst voor de World Cups. "Ik hoop dat het tijdens de World Cups beter gaat. Gelukkig hebben we nog tijd zat tot december." Naast Leerdam en Kok verzekerden ook Michelle de Jong, Marrit Fledderus en Dione Voskamp zich van de World Cups.