Maar voor de titel was Leenstra niet naar Groningen afgereisd. Zij mikt met name op de 1000 meter met het oog op de plaatsing voor de WK Afstanden. Die 1000 meter won ze met 1.17,81 voor Ireen Wüst (1.17,99), maar toch is ze niet helemaal tevreden. “Hij ging op zich goed, maar ik vond het verval nog te groot”, zegt ze, al verzekerden haar coaches dat het verval op het Groningse ijs prima was.

Wel dik tevreden was de Team Corendon-rijdster met haar uitslag, want ze zet een goede stap op weg naar de WK Afstanden. “Daar wil ik in ieder geval heen en het WK Sprint zou ook mooi zijn.” Daarvoor moet ze haar derde positie op zijn minst behouden.

Dat wordt een lastig karwei, want Laurine van Riessen hijgt in haar nek. “Ik sta er nu goed bij”, concludeert Leenstra desalniettemin. “Ik hoop dat ik morgen weer zo’n dag kan rijden.”

Voor Boer, die net voor Leenstra staat, moet er nog wel wat verbeterd worden. Ze staat wel tweede en heeft dus zicht op een ticket voor het WK Sprint, maar op de 1000 meter zette ze de vijfde tijd neer en ook de strijd op de 500 meter is nog niet gestreden.

“Op de 500 meter was mijn start wel goed, maar daarna kwam ik te ver omhoog. Op de 1000 meter liep het technisch wel maar ging het gewoon niet hard genoeg”, vertelt Boer. “En ik heb niet zo’n laatste ronde als Ireen.”

“Voor het klassement sta ik er goed voor als je kijkt naar de WK Sprint, World Cups en ook nog wel de 500 meter op de WK Afstanden. Alleen de 1000 is nog niet goed”, zegt ze.

“Het wordt morgen alles of niets", besluit de rijdster van Team Continu.