Leenstra voelde zich de hele week eigenlijk best in orde. “Het schaatsen ging de afgelopen tijd heel goed. Voor de drie wist ik alleen niet de goede slag te vinden.” En dus ging ondanks de goede vorm een ticket voor het EK Allround aan haar neus voorbij.
De rijdster van Team Hart liet zich niet van de wijs brengen. Ze gooide niet met haar schaatsen, er vlogen geen kleren door de kleedkamer. “Ik ben meer van de constructieve agressie”, legde Leenstra uit. Na de 3000 meter heb ik een uur gefietst en ben ik nog schaatssprongen gaan doen.”
Met bescheiden verwachtingen richtte ze zich vervolgens op het KPN NK Sprint. “Ik dacht dat ik teveel zou verliezen op de 500 meter, maar dat maak ik goed op de 1000 meter”, stelde Leenstra nuchter vast. Door die sterke 1000 mag de allroundster zich nu opmaken voor een wereldkampioenschap sprint.
“Ik had eigenlijk liever het EK gereden. Maar aan de andere kant, het WK Sprint is wel een wereldkampioenschap. En als ik hier met de top meekan, dan kan ik dat daar misschien ook wel”, zegt Leenstra voorzichtig. “Hoewel het WK natuurlijk op een snelle baan is, dat is voor mij als allroundster geen voordeel.”
Maar is Leenstra eigenlijk wel een allroundster? Of toch meer een sprintster? Ze weet het zelf niet helemaal zeker. “Ik ben een middellange afstandsrijdster”, besluit ze.
Samen met Ireen Wüst had Leenstra de meeste wedstrijden op het programma staan tijdens de KNSB Schaatsweek. Anders dan Ireen Wüst kijkt ze er veel positiever op terug. “Ik vind de Schaatsweek een goed idee. Er kunnen dingen beter, maar dit is beter dan een of andere skate-off.”