Kyou-Hyuk Lee viert zijn overwinning met een 'reuzenwuppie' op zijn hoofd
“Ik spreek officieel geen Engels”, voegt hij er aan toe. Het viel mee. De alcohol maakt hem spraakzaam en zonder tolk redt hij zich prima. Openhartig vertelt hij dat hij graag een sigaret opsteekt en dat hij zich het liefst weer meteen in het feestgedruis zou storten. “I need to party.” Zijn bijnaam luidt niet voor niets 'Pipo'. En Pipo Lee had weer eens wat te vieren nadat zijn vorige seizoen in mineur geëindigd was.
Het zelfvertrouwen van de Koreaan had op de Spelen in Vancouver een flinke barst opgelopen. Hij was in Canada niet tegen de druk opgewassen en reed naar een 15e en 9e plek. Teleurgesteld speelde Lee na de olympische spelen met het idee om te stoppen, maar velen in zijn omgeving moedigden hem aan toch door te gaan.
“Leeftijden zijn maar cijfers”, concludeerde de 32-jarige, “dat zegt mijn moeder tenminste.” Of Lee ook nog in Sotsji aan de start zal staan is nog niet zeker. “Drie jaar is nog lang. Ik bekijk het jaar per jaar.”
Op het WK ervoer Lee minder druk dan op de olympische spelen, al gaf hij toe dat hij van Shani Davis, Tae-Bum Mo en Stefan Groothuis veel te duchten had gehad.
Hij raakte echter na de eerste dag niet in paniek. Uit ervaring wist hij dat een tweede dag op het WK altijd nog veel kansen biedt. “Ik herinnerde me het WK van 2008 waar ik op de tweede dag Jeremy Wotherspoon versloeg.” En zo ging het in 2011 ook. Op de tweede dag van het Essent ISU WK Sprint kon Lee lachend het hoogste treetje van het podium beklimmen.