Op een feest net buiten Seoul is afscheid genomen van Pipo, zoals zijn bijnaam luidde. Vorige week verscheen er een boek over hem.

Lee brak pas op 29-jarige leeftijd door in het internationale schaatsen. In 2007 werd hij wereldkampioen sprint, een kunstje dat hij in 2008, 2010 en 2011 nog eens herhaalde. In 2012 pakte hij zilver. Alleen de Rus Igor Zjelezovski was met zes mondiale sprinttitels ooit succesvoller dan Lee.

In 2011 kroonde Lee zich tot wereldkampioen op de 500 meter. Hij deed liefst zes keer mee aan de Olympische Spelen (in 1994, 1998, 2002, 2006, 2010 en 2014), maar wist daar nooit eremetaal te veroveren. Zijn beste prestatie was een vierde plaats op de 1000 meter in Turijn in 2006.

Op de Spelen van Sotsji kon Lee geen rol van betekenis spelen op zowel de 500 als de 1000 meter, met respectievelijk een achttiende en een 21e plaats.

"Ik ben zo ver gekomen doordat ik altijd geloofde dat olympisch goud alles voor me zou betekenen", aldus een geëmotioneerde Lee maandag bij zijn afscheid.

"Nu denk ik echter dat het beter is dat ik er nooit één heb gewonnen. Als ik die medaille tien of twintig jaar geleden had gewonnen, was ik niet zo dankbaar geweest als ik nu ben", legde hij uit.

"Ik was kapot na iedere Olympische Spelen, maar ik denk nu dat het allemaal onderdeel is geweest van mijn rijpingsproces. Na iedere Spelen wilde ik hard werken voor nog eens vier jaar. Ik heb geen olympische medaille op mijn palmares, maar ik heb zo veel meer bereikt."

Lee hoopt in de toekomst actief te kunnen blijven in de schaatswereld. "Ik zou graag coach willen worden van het Zuid-Koreaanse team. Ik ben pas net gestopt, maar ik heb nog steeds gevoel voor de sport."

"Ook als ik geen trainer zou worden, wil ik graag alles doen om jonge schaatsers te helpen op weg naar de Winterspelen van 2018 in Pyeongchang", keek de Zuid-Koreaan al vooruit naar de volgende Olympische Spelen in zijn thuisland.