Michel Tsiba raakt niet uitgepraat als hij in de kapel van het sfeervolle hotel The Anthony zijn verhaal mag vertellen aan 25 aandachtig luisterende coaches en trainers. Wat wil je. Op zijn veertiende kreeg hij te horen ‘dat het nooit iets zou worden met mij.’ Aan zijn inzet en fanatisme lag het niet. “Ik kon stoppen of laten zien dat ze het verkeerd zagen.” Na tien lange jaar ‘van mislukkingen’ kreeg hij eindelijk zijn gelijk. Inmiddels is Tsiba als paarrijder samen met zijn partner Daria Danilova dicht bij een olympisch startbewijs.
“Sommigen hebben nu eenmaal meer tijd nodig om er te komen”, hield hij zijn gehoor voor. Moraal van het verhaal: “Heb vooral oog voor de kwaliteiten van iemand en werk aan de rest.” Een open blik, schaatsers beter maken en de sporter zich ‘lekker laten ontwikkelen.’
Ondertussen vergat Tsiba niet kritisch naar zichzelf te kijken. Ook hij was zo’n jongen die niets van ballet moest weten. Tot ie uiteindelijk inzag dat zaken als fitness, ballet, off-ice en een goede warming-up van wezenlijk belang zijn voor wie toe werkt naar de top. “Dankzij de balletlessen kan ik Daria soepeltjes met gestrekte arm omhoog tillen.”
Michel Tsiba doet zijn verhaal aan het einde van de intensieve eerste, specifiek op het kunstschaatsen gerichte landelijke coachdag. Niet iedereen in de kapel werkt met kinderen die dromen van de Winterspelen. Het is een gemêleerd, op een enkele man na, vrouwelijk gezelschap dat zijn werk doet op diverse niveaus van het nationale kunstschaatsen. Het optreden van Lindsay van Zundert heeft geleid tot wachtlijsten bij de clubs. Een groter corps van trainers en coaches is daarom nodig om het beste uit al deze nieuwkomers te halen.
Het door de vorige disciplinemanager Niki Wories opgestelde plan van aanpak is in grote lijnen geïnspireerd op wat je de Canadese school zou kunnen noemen. Haar opvolgster Berit Gunderson gaat er verder mee aan de slag. “De Canadese kunstschaatscultuur past bij die van ons”, zegt Gunderson. “De nadruk ligt er op positief en opbouwende feedback geven. Coaches reflecteren daar ook op hun eigen aanpak wanneer een rijder telkens dezelfde fout maakt. Bovendien past de Canadese manier van het aanleren van bijvoorbeeld springen, pirouettes en schaatsen bij onze manier. En ze werken met dezelfde regels aangaande een veilig sportklimaat.”
Geen wonder dus dat de beide Canadese coaches Elise Hamel en Yvan Desjardins uitgenodigd waren voor een vijfdaags Hemelvaart-trainingskamp waarop ze zo’n vijftien jeugdige Nederlandse toptalenten de kneepjes van het vak bij konden brengen. “Vanuit het werkveld was er veel vraag naar internationale expertise. Zo’n coachdag met Elise en Yvan was een mooie aanvulling op het kamp.”
Hamel is iemand die hamert op het belang van de skating skills. “Je moet aandacht blijven geven aan de basis, zoals glijden en skating skills in plaats.” Ze stelt dat vaak te snel wordt overgegaan op sprongen en pirouettes, terwijl het fundament nog niet staat. “Hierdoor krijg je later problemen met de sprongen en pirouettes.” Hamel werkt daarnaast veel met muziek. “Om ze te leren voelen en ervaren hoe ze op muziek kunnen schaatsen als aanvulling op het technische aspect.”
Desjardins is gespecialiseerd in sprongen en rotatietechnieken. En hoe je deze technieken zowel op als naast het ijs kunt trainen. In navolging daarvan legde hij zijn aandachtig gehoor uit hoe je fouten bij rijders kunt herkennen en gericht kunt verbeteren. “Belangrijk is dat je goede rustmomenten inbouwt in de trainingsperiode. Zorg ervoor dat je niet alleen met schaatsen bezig bent. Schaatsen is een goede basis, maar dat geldt eveneens voor off-ice, dans, yoga en pilates.”
Tijdens de coachdag nam internationaal gelouterd jurylid Hermi Ottemann de tijd om te benadrukken dat het technisch handboek er niet alleen is voor haar en haar collega-juryleden en technisch specialisten. In een heldere uitleg gaf ze aan hoe de kennis van de regels kan bijdragen aan een hogere score. “Laat ze lezen wat wij doen”, was haar advies voor wie de novices en junioren onder haar of zijn hoede heeft.
Ook Ottemann hamerde op de basis. “Kunstschaatsen is een moeilijke sport. Start met een goede basis voor alle elementen in je kür. Als die basis er staat, kun je er extra dingen aan toevoegen.” Vaak wordt volgens haar vergeten dat deze features eerder voor puntenaftrek dan plusjes zorgen als iemand een element in de basis nog niet beheerst. Ook zij weet dat jongeren vaak naar een voor hen te hoog level grijpen. Uit fanatisme, ambitie of de veronderstelling dat ze daarmee hoger scoren.
Haar boodschap: “Kwaliteit voor kwantiteit.” In een kür moet alles in balans zijn. “Wij zien het wanneer iemand te verkrampt rijdt. Of als de presentatie achterblijft bij de technisch uitvoering.” Niet synchroon rijden met de muziek, in zichzelf gekeerd schaatsen (‘Je rijdt je kür voor het publiek’) of een kür die niet gelijk eindigt met de laatste noot, zijn ook valkuilen die punten kosten.
Ottemann ging uitgebreid in op alles plusjes, minnetjes, eisen en toevoegingen die horen bij de diverse elementen. Off-ice demonstreerde ze in Utrecht zelf een perfecte zweefpirouette. “En hij telt pas als ie alle zes rotaties zo gehoekt is.”
Na haar was het de beurt aan Daria Danilova. Ze deelde haar ervaring met de aanwezige coaches. Een aangrijpend verhaal, dat begon in Rusland, waar ze als vierjarige voor het eerst op het ijs stond. “Vijf jaar lang had ik geen goede connectie met mijn coach. Die zocht hij ook niet. Er was geen onderling vertrouwen.” De jonge Daria werd er onzeker van. Ze voelde zich onveilig. Het plezier verdween. “Ik voelde alleen maar druk.”
Eenmaal onder de hoede van een andere coach kwam alles waar ze naar verlangde terug. “Het voelde weer als een team.” Zo moet het volgens haar ook zijn. “Praat met je atleet hoe hij of zij zich voelt. Help ze. Stress hoort er bij, maar ga het niet uit de weg.”
Rond haar puberteit volgde nog een andere minder leuke verrassing. “Mijn lichaam veranderde, net als mijn geest. Ik wist niet wat er gebeurde. Er was niemand die er met mij over sprak. Ik wilde er niet beter uitzien, ik wilde me beter voelen. Topsport is voor mij vijftig procent fysiek en vijftig procent mentaal. Een coach moet er voor allebei zijn. Nu pas begrijp ik mezelf beter.”
Haar partner Michel nam het stokje over. Zijn hartenkreet: ,,Coach ze niet alleen, voed ze ook op. We moeten de lat hoger leggen. Zeggen dat ze op tijd op de training moeten zijn, is niet flauw doen. Tijd is money in het kunstschaatsen. De rest hoeft niet op jou te wachten. En als je valt, sta direct op. Scheelt ook weer dure tijd. Gebruik je positie. Geen ge-ja-maar.”
Na zijn gloedvolle betoog was er ruimte om vragen te stellen. Over laatkomers wel of niet bestraffen met push-ups (Daria lachend: ‘Bij mij heeft het gewerkt. Ik kwam daarna nooit meer te laat’), over ouders (‘Houd ze weg bij de training’) en over het praktische probleem hoe je als clubcoach ijstraining, off-ice, dans, ballet en fitness allemaal in die twee trainingen per week stopt. Tsiba: “Simpel. Dan vervang je om te beginnen een ijstraining door een off-ice.” Of ze het nu leuk vinden of niet.