Met een grote glimlach verschijnt hij op het scherm. We bellen via Facetime, want andere apps zijn door de gecompliceerde communicatie met Rusland soms ingewikkeld. Hoe het met hem gaat? Kulizhnikov traint nog altijd, maar hij noemt het een afbouwfase waarin hij zit. Hij rijdt in Rusland wedstrijden, onder andere op de 1000 en 1500 meter, zij het zonder het internationaal perspectief dat hem vroeger zo scherp hield. Het ritme van trainen en racen is er nog, alleen heel anders dan voorheen.

Hij probeert zich weer te richten op plezier maken. Niet meer als de allesoverheersende drijfveer die zijn wereldrecordjaren kleurde, maar als iets zachters en rustigers. Dat is de afgelopen jaren vanzelf verschoven, zegt hij. Door alles wat er is gebeurd, maar misschien ook simpelweg omdat hij ouder wordt.

Sinds het wegvallen van coach Dmitry Dorofeev vervult Kulizhnikov een dubbele rol binnen de Russische sprintselectie. Hij traint mee en begeleidt vooral de jonge rijders die naar hem opkijken. Hij zegt zelf: “Hoe ik dat doe valt niet in twee woorden uit te leggen. Ik geef mijn eigen ervaring door, wat ik heb geleerd en meegemaakt.”

De uitsluiting van Russische schaatsers zorgde ervoor dat Kulizhnikov zich bewust terugtrok uit de schaatswereld, als atleet maar ook als persoon. Uit principe volgde hij zelfs geen enkele internationale wedstrijd. “Wat heeft het voor zin om te kijken als wij daar niet zijn?” Hij bedoelt het niet verwijtend, maar voor hem voelt het alsof hij een wedstrijd volgt waarin een essentieel deel ontbrak.

Pavel Kulizhnikov
Sneller dan het geluid leek-ie soms, 'Kuli'; hier tijdens een World Cup in Heerenveen (2021). | Foto: Soenar Chamid

De rit van Jenning de Boo tijdens het Daikin NK Afstanden doorbrak dat patroon. Kulizhnikov krijgt nog regelmatig filmpjes en uitslagen doorgestuurd, maar toen De Boo in Thialf 33,98 reed, voelde hij meteen dat hij deze niet kon overslaan. “Het is zo’n soort grens, zoals vroeger de 34,00 op de 500 meter. Ik brak die ooit en dit voelt hetzelfde.”

Voor hem markeert zo’n tijd niet alleen de doorbraak van één rijder, maar een versnelling in de hele schaatsdiscipline. En volgens Kulizhnikov ligt de absolute limiet nog lang niet in het zicht. Hij zag in De Boo’s rit én in de stijl van enkele andere Nederlandse sprinters dat er technisch ruimte is om verder te gaan. Hoeveel sneller? Dat houdt hij liever voor zich, maar hij benadrukt dat het mogelijk is. De sport staat volgens hem aan de vooravond van een nieuwe stap, vooral nu jonge rijders niet bang zijn om grenzen te verleggen. Over De Boo is hij oprecht complimenteus: “Het is heel knap, en ik feliciteer hem.”

Hij sluit niet uit dat zijn record deze winter onder druk komt te staan. Hij kijkt eerlijk naar zijn eigen rit uit 2019. De opening vond hij zwak, iets waar hij nog steeds van baalt, maar de ronde was uitzonderlijk. Mocht iemand – of dat nu De Boo is of Stolz – eroverheen gaan, dan is hij duidelijk: “Als dat zo is, dan accepteer ik het.”

Niet dat hij er per se blij mee zou zijn, zegt hij, maar voor de sport zou het goed zijn. Voor iemand die zijn tijd verbetert heeft hij geen ingewikkelde boodschap: voor hem is het “welkom”.

Een terugkeer naar internationale wedstrijden acht hij zelf niet waarschijnlijk. Het zou fysiek, mentaal en praktisch veel vergen, en zonder internationale kalender ontbreekt de prikkel die hem vroeger dreef. Toch laat hij een kleine opening, omdat topsport hem heeft geleerd dat dingen soms onverwacht kunnen kantelen.

Kulizhnikov is trots op de jonge rijders die hij begeleidt. Volgens hem hebben meerdere van hen het talent om op wereldbeker- of WK-niveau direct mee te doen. Maar die kans krijgen ze niet. “Deze jonge gasten geven hun leven aan de sport en dan wordt de weg voor hen afgesloten. Dat doet pijn.” Hij probeert hen te laten ervaren dat schaatsen meer kan zijn dan medailles en uitslagen. Dat groei soms in stilte gebeurt, buiten camera’s en ranglijsten om.

Pavel Kulizhnikov
De blije jaren van de schaatser 'Kuli' liggen alweer even achter hem... | Foto: Soenar Chamid

De onduidelijkheid rondom internationale toelating frustreert hem zichtbaar. Volgens Kulizhnikov geeft het IOC nauwelijks uitleg over wie wel en niet mag starten. Aanvragen worden soms simpelweg afgewezen met de mededeling dat er ‘geen verdere correspondentie gewenst is’. Voor de jonge rijders die hij begeleidt voelt dat onrechtvaardig. Ze trainen jaren voor een kans die hen zonder enige uitleg wordt ontnomen. “Ze geven hun leven aan deze sport, en dan wordt de weg ineens gesloten”, zegt hij. Het is die willekeur die hem nog altijd pijn doet.

Zijn gezicht licht direct op wanneer Kjeld Nuis ter sprake komt. “Is hij weer Nederlands kampioen geworden?” vraagt hij, oprecht blij verrast. Daarna komt de glimlach: “Wil je hem de groeten doen? Ik mis het racen tegen Kjeld ontzettend.” De duels op de 1000 meter zijn voor hem herinneringen die nog altijd nagalmen. Wanneer de naam Wennemars valt, komt hetzelfde enthousiasme naar boven. “Joep? De zoon van Erben?”, vraagt hij meteen. Hij vertelt dat Erben hem vroeger al filmpjes liet zien toen Joep zestien was en hoe bijzonder het is dat hij nu op topniveau rijdt. Wanneer hij hoort dat Joep tweede is geworden op de 1500 meter tijdens het NK Afstanden, reageert hij bijna trots. Je ziet aan alles hoe graag hij dat soort races live zou willen meemaken, schouder aan schouder met oude rivalen en nieuwe talenten.

Het gesprek laat een Kulizhnikov zien die zachter en reflectiever is geworden, maar nog steeds diep verbonden met de sport. Iemand die niet langer jaagt op records; hij verlangt er wel naar dat de generatie Russische schaatsers na hem weer zal meetellen. Zijn wereldrecord kan sneuvelen, misschien zelfs snel. Zijn liefde voor het ijs, en de manier waarop hij de sport beleeft, blijft.

Kulizhnikov en Nuis
De ritten waarin hij Kjeld Nuis trof, blijven Kulizhnikov voor altijd bij. | Foto: Soenar Chamid
Nuis en  Kulizhnikov
Duels op het scherp van de snede. | Foto: Soenar Chamid