Dat is niet zo raar, want er ligt nog geen ijs in de ijshockeyhal. De shorttrackers maken bij gebrek aan ‘hun’ ijs, nu de 400-meterbaan onveilig. Daar zijn ze echter niet zo blij met de gaten die de kunstrijders in het ijs springen, dus laten wij de 400-meter baan voor wat het is.

Wanneer straks de ijshockeyhal weer opengaat, zullen ook de langebaners hun opwachting daar maken. Voor een opfriscursus bochtentechniek. De shorttrackers pakken dan op hun beurt weleens de ijshockeyschaatsen uit de kast. Voor wendbaarheidstraining. Want tijdens het duw-en-trekwerk in een race is het toch handig om je evenwicht te bewaren. Met goed schaatsen alleen red je het niet.

Maar waarom dan ijshockey? Zo’n stick zit toch alleen maar in de weg als het om wendbaarheid gaat? Ik moet de eerste shorttracker nog zien die aan de start verschijnt met een ijshockeystick. Het is vast handig om de tegenstanders onderuit te maaien, maar dat lijkt me niet de bedoeling.

Canadese ijshockeyers – die toch bekend staan als de top van de wereld – krijgen hun wendbaarheidstraining van kunstrijders. Die moeten ook zonder stick kunnen schaatsen. Wellicht ligt hier nog een leuke uitdaging voor een kruisbestuiving tussen de Nederlandse shorttrackers en kunstrijders. Of zouden de shorttrackers soms bang zijn dan een glitterpakje aan te moeten?

Maar het mes snijdt aan twee kanten. De langebaners en shorttrackers zouden op hun beurt namelijk weer de kunstrijders op de fiets mee kunnen nemen op sleeptouw. Langebaners en shorttrackers pakken namelijk vaak de fiets voor een aantal trainingsuurtjes, terwijl de kunstrijders hun algemene conditietraining in de sportschool uitvoeren of al hardlopend. De fiets zou helemaal geen gek idee zijn, want het is toch een stuk minder belastend dan hardlopen. En kunstrijders krijgen gedurende hun ijstrainingen toch al zoveel impact op hun gewrichten te verduren.

Verschillende sporttakken kunnen veel aan elkaar hebben en van elkaar leren. Zelf trainde ik ook geregeld met turnsters mee. Het was altijd oppassen om de juiste trainingsdoelen in beeld te houden, maar zeker inspirerend. En af en toe is het gewoon leuk om ook eens om de breedte-as te draaien. Niks ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’, soms moet je on-Hollands van gewoontes afstappen om verder te komen. Er valt nog veel te winnen denk ik. Eerst in de training, dan in de wedstrijd.