"Ik kreeg het gisteravond al te horen", luidt het blij. Krol mocht van start in plaats van ploeggenoot Kai Verbij die zich als Nederlands kampioen al voor het WK Sprint geplaatst had en zijn rust goed kon gebruiken. "Ik werd als reserve toen natuurlijk gevraagd."

Dat de extra rondes op het ijs van Stavanger hem een bronzen medaille zouden opleveren had Krol dan ook niet zien aankomen. Terwijl hij over het algemeen genoegen neemt met een goede race had hij zijn tax aan vierde plekken inmiddels wel bereikt. "Vrijdag voor de derde keer op rij. Dat was best een beetje zuur, maar ik was niet ontevreden over mijn race", verwijst hij naar de 1500 meter.

Op die schaatsmijl kwam Krol in actie tegen Denis Yuskov, waar hij in 1.46,45 op een goede 1,5 seconden achterstand werd gezet. "Ik val de 1500 meter aan als een sprinter. Dan rijden we op de kruising even hard, alleen ligt zijn ritme veel lager met een hoger rendement."

"Op de 700 meter vreet hij je dan gewoon op. Ik stond daar bijna geparkeerd", lacht Krol. Van tevoren hield Krol rekening met dat scenario, maar het deed hem toch even twijfelen aan zijn eigen prestatie. "Je denkt dan toch: Komt 'ie nu al onderdoor? Je denkt dan dat je een slechte race rijdt, maar als je over de finish komt blijkt dat helemaal niet zo te zijn."

"Twee seconden is natuurlijk een lichtjaar verschil, maar twee seconden bij Yuskov vandaan doe je nog steeds goed mee", grapt hij.

Toch voelde Krol bij het inrijden voor de 1000 meter al direct dat het goed zat. "Ik voel dat gewoon aankomen. Dan verdwijnen de zenuwen en denk ik: Kom maar op!" Van een 1.08 hoog had Krol dan ook niet staan kijken, maar 1.08,52 op de klok kwam voor hem als een verrassing. "Dat is een enorme uitschieter de goede kant op. Het was een superrit, een van mijn beste races ooit."

Als kers op de taart mocht Krol natuurlijk ook nog zijn medaille ophalen. "Ja, dat was heel mooi", luidt het. "Het is heel gaaf om op het podium te staan naast Pavel Kulizhnikov en Kjeld Nuis. Ik sta hier eigenlijk op het podium door Kai, daar ben ik hem heel erg dankbaar voor."

Op het NK sprint in Heerenveen wilde het voor Krol nog niet helemaal op zijn plaats vallen. Naar eigen zeggen schortte het nog aan de opening, zijn startcoördinatie en de bochten. De verklaring daarvoor is een trainingskamp in Collalbo. "Voor mij is de sprint minder belangrijk, ik maak daar minder kans. Daarom heb ik heel veel uren gefietst, veel bergjes ook. Dan moet je toch een beetje terugkomen van die trainingsarbeid."

Met de goede races in Noorwegen gaat Krol toch vol vertrouwen naar het WK Afstanden dat half februari op het programma staat. "Als ik het niveau rijd dat ik vandaag heb laten zien ben ik sowieso blij. Misschien kan ik dan ook afscheid nemen van die vierde plekken", lacht hij.

Yuskov is volgens Krol de grootste kanshebber op de 1500 meter in Kolomna, maar alles is mogelijk. "Een 1500 meter blijft onvoorspelbaar. Hij kan het ook een keer minder doen en de rest kan ook uitschieten. Ik moet gewoon mijn eigen race rijden."

Tijd om zijn bronzen medaille in Stavanger te vieren heeft Krol niet, de rijders stappen direct in het vliegtuig terug naar Nederland. Al is dat voor de vliegfanaat misschien nog wel leuker dan een feestje.