"Ik kan eigenlijk bijna alles weer doen. Volgende week ga ik voor het eerst sinds lange tijd weer het ijs op'', zei Kramer, die tijdens een training in Thialf zijn rentree op de baan maakt. "Ik ben wel benieuwd, niet zenuwachtig. Ik heb er op dit moment gewoon vertrouwen in.''
Er was lange tijd onduidelijkheid omtrent de blessure van Kramer. De Fries liet zich door verscheidene specialisten onderzoeken, maar een oorzaak voor de blessure werd niet gevonden. TVM, de werkgever van Kramer, benaderde Cees Rein van den Hoogenband. De chef-arts van sportkoepel NOC*NSF formeerde een nieuw medisch team om de blessure in zijn geheel opnieuw te beoordelen.
"Ik kon niet meer afzetten met mijn rechterbovenbeen'', aldus Kramer, die zich de laatste zes maanden liet begeleiden door sportarts Peter Vergouwen. "Ik heb veel rust genomen en me laten behandelen en onderzoeken. Daarna hebben we kunnen bouwen aan een nieuw trainingsprogramma.''
Kramer doet inmiddels de nodige oefeningen mee met zijn ploeggenoten. "Het is niet pijnlijk meer voor me'', aldus de schaatser over zijn rechterbovenbeen. "Al is het nog wel aanwezig, ik heb er geen hinder meer van. Het belemmert me niet meer. Het is nog geen 100 procent, dat is het pas als je weer wedstrijden kunt rijden. Maar ik zit wel dicht tegen die 100 procent aan.''
Kramer hoopt het nieuwe schaatsseizoen vanaf het begin mee te kunnen doen. "Ik probeer daar aanwezig te zijn'', zei hij maandag over de Nederlandse afstandskampioenschappen, die begin november op het programma staan. "Mijn voornaamste doel is om weer lekker te schaatsen.''