Vorige winter baarde Kooiman opzien met sterke optredens op de tien kilometer met als hoogtepunt het zilver op de WK Afstanden achter Jorrit Bergsma. In de zomer sloeg af en toe de twijfel toe of hij het wel zou kunnen doorzetten, die lijn. “Maar dan is Jillert Anema een coach die dat heel goed oppakt”, benadrukte hij.
Om het niveau van vorige winter door te zetten was voor de laatbloeier al een hele uitdaging, maar vooralsnog doet hij er zelfs een schepje bovenop, want vrijdag plaatste hij zich ook al voor de wereldbekerwedstrijden vijf kilometer.
“Die vijf kilometer gaf me al veel vertrouwen”, legde Kooiman uit. “Vorig jaar was het nog zo dat mijn tien kilometer eigenlijk twee keer de tijd van mijn vijf kilometer was. Daar baalde ik van.” Op een 5000 meter moeten de rondetijden immers fors lager dan op de tien kilometer. Dat lukte afgelopen weekend wel.
Ook had Kooiman al wat zelfvertrouwen opgedaan in de KPN Marathon Cup in Amsterdam. Daar had hij weliswaar als enige van de ploeg de kopgroep gemist, maar wist hij in de laatste twintig ronden zijn ploeggenoot Evert Hoolwerf naar de zege te loodsen. “Ik reed er tachtig ronden met slechte benen, maar de laatste twintig gingen super.”
Aan Bergsma en Kramer wordt met de World Cups in Calgary en Salt Lake City in het vooruitzicht gevraagd hoe ze denken over wereldrecords. Nu Kooiman zo indrukwekkend de snelste was in Enschede is die vraag aan hem wellicht ook gerechtvaardigd. Een pasklaar antwoord had hij niet. “Ik heb er nog nooit over nagedacht.”
Het wordt voor Kooiman een ontdekkingstocht op de Noord-Amerikaanse hooglandbanen, want hij reed er nog niet eerder. En dus blijft hij vooralsnog bescheiden, met name op de vijf kilometer. “Ik hoop mee te doen in het World Cup-circuit.”
Maar voordat hij met zijn ploeggenoten in het vliegtuig stapt naar Calgary wacht eerst nog de KPN Marathon Cup in Deventer, want daar blijven de Clafis-mannen nog even voor thuis.
De andere langebaanploegen gaan al veel eerder naar Canada. Er is geen reden om hun voorbeeld te volgen, meende de oud-aardijkskundeleraar. “Laat het maar een beetje rock-‘n’-roll blijven”, zei hij. Anema en zijn ploeg trekken hun eigen lijn. “Je moet stoïcijns je ding kunnen doen.”
Bergsma was vol lof over Kooiman. Hij had al in de voorbereiding gemerkt dat zijn ploeggenoot dik in orde was. “Hij rijdt als een klokje”, oordeelde hij. “En dit ijs en deze rondetijden rijdt hij gemakkelijk.”
Bij de olympisch kampioen zelf liep het niet zo lekker in Enschede. Hij begon te langzaam, te voorzichtig, aan zijn tien kilometer. “De rit was niet zo best. Ik wilde rustig beginnen, maar wat op de vijf kilometer vlekkeloos ging, ging hier mis. Ik ging meteen de 32’ers in. En het oppakken van mijn rondetijden ging daarna niet echt van harte.”
Uiteindelijk wist Bergsma halverwege te versnellen, maar moest dat bekopen met hogere rondetijden aan het einde. Het was meer een mentale kwestie dan een fysieke of technische, meende hij. “Voor zo’n kwalificatiewedstrijd is het lastig om een tien kilometer te rijden. Je moet de kop er wel goed voor hebben”, stelt hij. “En vandaag lukte dat niet zo.”