Kooiman begon zijn tien kilometer in Kolomna wat te traag. Daar waar Sven Kramer en Ted-Jan Bloemen openden met 33,97 en 33,71, gaf de Clafis-rijder al meteen ruim meer dan drie seconden toe met 37,42.

En hoewel het ongetwijfeld sneller had gekund, was de keuze om rustig te beginnen een heel bewuste van Kooiman. Hij wilde een debacle als in Salt Lake City voorkomen. Daar was hij veel te hard gestart. "Ik had me van alles in het hoofd gehaald van wat ik wilde rijden", gaf hij toe.

Het gevolg was dat hij halverwege instortte en moest toezien hoe zijn tegenstander Peter Michael - die zijn eerste 10.000 meter reed - hem op de streep voorbijstak.

In Kolomna overkwam hem dat in ieder geval niet. Zijn tegenstander was opnieuw Michael, maar de Nieuw-Zeelander kon bij lange na niet in de buurt van Kooiman blijven. Hij werd zelfs laatste. De Nederlander had dus betere lessen uit de World Cup in Noord-Amerika getrokken.

"Ik heb nu alles laten gaan. Ik wilde rustig opbouwen en erin komen. Al ging het nog steeds wat te bruusk omlaag en kon ik dat niet vasthouden", vond Kooiman. Dat zijn zaken die Bloemen en Kramer volgens hem beter beheersen. "Zij hebben die details in de vingers."

Evengoed had hij na zijn rit nog wel de hoop dat hij zijn prestatie van vorig jaar, zilver, zou evenaren of misschien zelfs verbeteren. "Ik zag Ted-Jan steeds zo jojoën en dacht dat misschien ook Sven moeite zou krijgen, maar dat gebeurde niet", aldus Kooiman. "We zitten dicht bij elkaar, maar het was net niet."