"De KNSB heeft een adviserende en informerende rol bij de plannen voor nieuwe ijsbanen", vertelt Koops. "We zijn met diverse partijen in gesprek over mogelijke nieuwe ijsbanen en we proberen daar duidelijk te maken wat onze wensen, als bond en misschien als huurder van zo'n baan, zouden zijn."

Het is wel duidelijk, zo vindt Koops, dat er behoefte is aan een toplocatie voor de schaatssport in Nederland. Daarbij gaat hij uit van drie speerpunten voor de KNSB. "We hebben voor een nieuwe baan drie ambities. We willen eigenlijk het hele jaar door ijs kunnen bieden aan onze topsporters. We willen een locatie die voldoet aan de eisen voor toekomstige topevenementen en we willen de recreanten wat kunnen bieden."

Vooralsnog leken de plannen in Heerenveen daarin het verste. Koops: "Op basis van de historie en de vergevorderde staat van de plannen hadden we een voorkeur voor Heerenveen." Met het afketsen van de nieuwbouw bij het Abe Lenstra-stadion is daar wel wat verandering ingekomen. "Maar", benadrukt Koops, "de KNSB heeft wensen en een visie waarin Heerenveen nog steeds een optie is."

In theorie zou het kunnen dat er met de plannen die nu in Heerenveen en Almere bestaan over enkele jaren twee topbanen in Nederland liggen. Dan zou het kunnen gebeuren dat er niet langer sprake is van één schaatscentrum in Nederland. Dit zou gevolgen kunnen hebben voor de organisatie van topevenementen en van de plek waar de schaatstoppers trainen.

Koops: "Belangrijk is dat de plannenmakers niet uitgaan van de topevenementen. Met twee internationale toernooien per jaar kan je een ijsbaan nooit financieren." De nieuwe ijsbanen moeten daarom drijven op recreanten, topsporters en op andersoortige evenementen, denkt hij.

Het gebruik zou bij twee goede banen opgesplitst kunnen worden, denkt Koops. "Je zou bijvoorbeeld evenementen en topsporttraining kunnen ontkoppelen." Eén baan zou dan vooral voor topsporttraining en opleiding van talenten gebruikt kunnen worden, met onderwijsinstituten en sporterswoningen in de directe omgeving. De andere baan zou meer voor evenementen en recreatief schaatsen gebruikt kunnen worden. Maar ook hierin neemt de KNSB geen leidende positie in. "We hebben geen regisseerrol."

Met twee topbanen zouden de kampioenschappen, zowel nationaal als internationaal, best wel eens verdeeld kunnen worden, geeft Koops toe. "Als er in de toekomst meerdere topfaciliteiten zijn dan zouden we de topevenementen kunnen spreiden. Dat is vooralsnog een utopie."

De bond houdt ook een vinger aan de pols als het om kleinere banen gaat. "Er zijn initiatieven in Alphen aan den Rijn, Leiden, Zoetermeer en Goes. Ook daar adviseren we, want die banen kunnen in een heel belangrijke vraag voorzien."

De plannen voor een topijsbaan volgt de KNSB op de voet. Hoewel de plannen in Heerenveen vooralsnog het verst ontwikkeld lijken wil Koops nog geen harde uitspraken doen over welke mogelijke baan de voorkeur heeft. "Voor ons is belangrijk hoe haalbaar de plannen zijn en hoe snel ze uitgevoerd kunnen worden. Gaan provincie en gemeente mee? En hoe zit het met het milieu en de financiering?", besluit hij.