Een keertje was hij er heel dichtbij, in 2012 in Dordrecht. Juist in eigen huis beging Knegt een cruciale fout door de te vroeg te juichen. Hij werd nog net voorbijgestoken. En sindsdien heeft hij dat, ondanks zijn titels, nog niet recht weten te zetten.

Dat wordt de opdracht voor komende winter, maar verder weet Knegt nog niet waar hij op zijn best wil zijn. “Wij stippelen niets uit. Je moet goed zijn op toernooien en Jeroen Otter zorgt daar altijd goed voor”, zegt hij. “Ik denk dat Jeroen wel een plan heeft, maar ik weet het niet. We merken het wel.”

“Ik wil bij elke wedstrijd zo hoog mogelijk eindigen. En het doel is om elk jaar beter te worden, al is dat na vorig jaar wel lastig. De wereldtitel zal voor extra druk zorgen. De anderen zullen naar me kijken.” Hij zegt het op een manier waaruit blijkt dat hij zich over de anderen en meer druk maar weinig zorgen maakt.

Het tekent de houding van Knegt. Hij oogt naast het ijs altijd wat laconiek. Bij de persbijeenkomst in Ridderkerk was dat eens te meer duidelijk toen hij  schouderophalend reageerde op de vraag of zijn leven deze zomer veranderd is. De 26-jarige is namelijk in juli vader geworden van een dochtertje, Myrthe. “Nee, niet echt. Maar ja, mijn dochter slaapt ook net zoveel als ik doe.”

De geboorte van zijn kind zorgde voor een kleine verstoring in zijn voorbereiding, maar hield hem niet af van een goede zomer. “Ik kon niet mee op trainingskamp naar Inzell en heb toen drie weken zelf moeten trainen, maar dat is goed gegaan. Ik moest natuurlijk even bijschakelen toen de jongens terugkwamen, maar tot nu toe is het vaderschap heel goed met sport te combineren.”

Knegt ging in zijn nuchterheid nog verder. Hij typeerde zijn zomer als ‘goed’, maar legde direct daarna uit hoe hij bij een trainingswedstrijd in Dresden ten val was gekomen in de relay. “Mijn schouder ging uit de kom en schoot ook weer terug, maar ik heb toen maar even niet doorgereden.”

Ondanks die val stond hij twee dagen later alweer op het ijs. “Ik wist dat ik dinsdag weer moest trainen, dus dan moest het over zijn. En dat was zo. Ik heb alleen een paar dagen geen zware mensen geduwd.”