In de eerste bocht ging Freek van der Wart onderuit. "Dit was een rampscenario. Na een halve ronde was het over", concludeerde Knegt en voegde er vertwijfeld aan toe: "We vallen nooit."

Samen met de Chinese ploeg was Nederland genoodzaakt om zich te richten op de derde plaats omdat de VS en Rusland een halve baan voorsprong hadden. "Dan is het rijden voor wat je waard bent."

"We wisten dat het nog kon. Kazachstan kon doen wat ze wilden, maar we wisten dat ze het niet konden volhouden. We waren sterk genoeg om dat gat dicht te rijden." De Nederlandse ploeg kwam met nog drie ronden te gaan op de derde plek, maar hield die plek niet vast door een slechte wissel.

De volgorde van de rijders was door de vroege val verstoord. Daardoor was niet duidelijk wie de laatste twee rondes moest rijden. Normaal doet Knegt dat. Nu was het Daan Breeuwsma. "We hebben het niet goed uitgerekend. Helemaal niet gerekend zelfs, door niemand. Dat hadden we wel moeten doen", gaf Knegt toe.

"Ik kan Daan niets verwijten. Hij reed zo goed als hij kon. Ik had het misschien ook zelf nog kunnen doen, maar ik zat op een verkeerde plek op de baan. Ik zou geen snelheid hebben gehad, maar hem hebben geparkeerd. Daan stond er het beste voor."

Ze waren niet bezweken aan de druk of aan de spanning, benadrukte Knegt. "Van spanning was geen sprake. We wisten wat het doel was: winnen. En nu worden we vierde. Daar heb je niets aan."

Dat hij zelf individueel een bronzen medaille van de 1000 meter mee naar huis neemt, was geen troost. "Dit is zo’n belangrijke wedstrijd. Hier leef je vier jaar naartoe. Hier werkten we voor en ik had ook zo graag met het team een medaille gewonnen."