Dat was in het verleden wel anders. Knegt had de neiging om af te wachten, te plakken achter in de groep en daar zijn kans af te wachten, hopend op een fout van zijn tegenstanders. Daarmee kan een shorttracker ver komen in een toernooi, maar winnen met zo’n tactiek is lastig.
Na Vancouver ging het roer bij Knegt om met de komst van Otter. Die maakte hem duidelijk dat hij anders moest rijden. Dat ging niet zonder slag of stoot. Het duurde even voordat de boodschap aankwam, vertelde de coach.
"In 2011 reden we in Azië. Daar ben ik heel pissig op hem geworden omdat hij alleen maar wilde volgen. Het duurde een week voordat hij toe durfde te geven dat hij dat niet goed deed. Vervolgens bij het EK in 2012 reed hij de halve finale helemaal op de koppositie. Sindsdien durft hij op kop te gaan rijden."
Het was geen angst die Knegt weerhield om aanvallender te rijden, benadrukte Otter. Het was vooral een stijl waaraan hij gewend was geraakt. "Het is de manier waarop hij tot 2010 getraind heeft: rijd maar mee, lift mee op de kwaliteiten van anderen. Als je dat als limiet stelt en altijd voor die tweede plek gaat dan word je nooit een winnaar."
In Sotsji liet Knegt zien dat hij aanvallender en professioneler is geworden en dat zich dat uitbetaalt. "Voorheen was hij een goede wedstrijdsporter en de laatste drie jaar is hij een topsporter geworden en meer volwassen."
Volwassen was zijn pupil ook na de ophef om zijn diskwalificatie op het Europees kampioenschap. Het duurde tot enkele dagen voor de Spelen voordat Knegt wist dat er geen verdere straf zou volgen op zijn opgestoken middelvingers in Dresden.
De rijder voelde daardoor de ogen, meer dan normaal, op zich gericht. "Hij voelde druk die een andere sporter hier niet voelde. Het EK is echt nog wel wat in zijn hoofdje rondgegaan."
Het stak Otter dat zijn rijder zoveel kritiek had gekregen. Knegt had zijn middelvingers niet moeten opsteken. Dat stelde Otter tijdens het EK al, maar in de weken erna kreeg hij meer kritiek voor de kiezen dan terecht was, vond zijn coach.
"Hij werd een slecht voorbeeld voor de sport genoemd. Dat is hij niet. De finale van de 500 meter dames hier, waar op één rijdster na iedereen na een ronde onderuit gaat, dat is een slecht voorbeeld voor de sport. Zo moet shorttrack niet willen zijn. De scheidsrechter had af moeten fluiten en opnieuw moeten laten starten."