Met vier kinderen die allemaal schaatsen en inline-skaten, en daarnaast ook zelf actief in beide sporten, kan het haast niet missen dat je wel eens wordt gevraagd om te helpen. Zo ging het dan ook bij Wim Qualm: “Er zijn altijd vrijwilligers nodig, en als je langs de kant staat en zelf ook wel wat van de sport af weet, ligt het voor de hand af en toe te helpen met coachen.” Maar inmiddels is het niet gebleven bij ‘af en toe coachen’, maar steekt Qualm ook veel inzet in de Oomssport jeugdskeelercompetitie die volgend jaar voor de derde keer op rij wordt gehouden.
Hoe is het daartoe gekomen?
“Ik deed zelf mee aan de bestaande Oomssport Skeelercompetitie voor senioren en masters, voor jeugd was er toen nog niets. Daar was ook helemaal niet zoveel animo voor. Toch hebben we met drie schaatsclubs; IJsvereniging Leiden, Hardrijvereniging Den Haag/Westland en Schaatstrainingsgroep Voorschoten de handen ineen geslagen om een competitie op te zetten voor kinderen tussen de 6 en 14 jaar.
Afgelopen zomer hadden we voor het tweede jaar een stuk of tien wedstrijden met een groeiend aantal deelnemers en we horen veel positieve berichten. Ons doel was in eerste instantie om kinderen die in de winter schaatsen, ook in de zomer bij elkaar te brengen. Voorheen zagen kinderen van verschillende clubs elkaar een paar maanden helemaal niet, nu kan dat wel.”
Wat is uw rol binnen de competitie?
“Het staat nu nog een beetje in de kinderschoenen en zo’n strikte rolverdeling is er nog niet, maar omdat ik het meest verbonden ben met het skeeleren zelf regel ik ook het meeste. Momenteel ligt het werk stil, en wachten we tot de KNSB de wedstrijden voor het nieuwe seizoen inplant, dan kunnen wij ook weer beginnen. Dat begint dan met een aantal vergaderingen om data te plannen en de wedstrijden bij de banen uit te zetten.
Op de wedstrijddag zelf proberen we alles in twee uur te doen, voor jeugd wordt het anders te langdradig, zeker omdat je toch al snel een uur van tevoren en een uur na afloop nog aanwezig bent. Zelf verwerk ik vervolgens weer de uitslagen. Al met al schat ik dat ik er in de zomer een halfuur per dag mee bezig ben. Maar ik doe het zeker niet alleen hoor, er zijn er veel meer die helpen. Op dit moment komen die nog vooral van de schaatsafdelingen van de clubs, maar het raakt steeds meer verweven.”
Is het volgens u belangrijk om schaatsen en inline-skaten te combineren?
“We zien wel dat veel kinderen die in de zomer geskeelerd hebben, ook beter zijn gaan schaatsen. Maar bij veel verenigingen kun je wel schaatsen, maar nog niet skeeleren. Daarom heb ik ook geopperd, aanvullend op de wedstrijden, skeelertrainingen te geven aan jeugd. Het maakt me dan niet uit van welke vereniging ze komen, als ze maar lid zijn van een club. De concurrentiestrijd tussen clubs speelt bij kinderen helemaal nog niet zo, die zijn veel meer ‘vriendjes en vriendinnetjes’.
Ik denk wel dat het belangrijk is voor schaatsclubs om in de zomer iets aan te bieden, het aantal kinderen dat gaat schaatsen neemt immers af. En daarbij maken de skeelerwedstrijden het geheel ook gewoon leuker; op het ijs kun je werken aan je snelheid, aan je start of aan het volhouden van wat meer rondjes. Met skeeleren zit er meer spelelement in, het is een beetje een combinatie van langebaanschaatsen en shorttrack. Je kunt een estafette doen, maar ook een sprint of puntenkoers. Op de langebaan mis je die spelvorm wel eens.
Maar we hebben ook, wel vergelijkbaar aan de langebaansport, halverwege het seizoen een ploegenachtervolging georganiseerd op de 300 meter baan in Honselersdijk. Een hele leuke happening, waarbij alle verenigingen uit Zuid-Holland in verschillende leeftijden tegen elkaar konden strijden. Het is een heel leuk onderdeel geworden dat we zeker volgend jaar weer gaan organiseren.”
Wat is voor u persoonlijk de reden om zich zo in te zetten voor de sport?
“Dat weet ik eigenlijk nooit zo goed. Misschien heb ik er soms ook wel eens een beetje spijt van, maar ik vind het lastig om doelloos langs de kant te staan. Het hoofddoel is natuurlijk dat mijn eigen kinderen meedoen en als ik dan merk dat andere kinderen, ouders en clubs het ook leuk vinden zet ik met plezier mijn capaciteiten in om een steentje bij te dragen.
Verder merk ik dat het helpt om als clubs onder elkaar de handen ineen te slaan, en dat mensen langs de kant ook steeds enthousiaster worden en willen helpen. En het skeeleren wordt steeds meer een vastigheid in het schaatsen, gaat steeds meer een rol spelen. Als wedstrijdsport, helemaal officieel, is het misschien nog wat moeilijk om door te breken, maar bij ons regionaal speelt het wel ontzettend.”
Op de website van de Oomssport jeugdskeelercompetitie vind je meer informatie over de wedstrijdenreeks.
Welke vrijwilliger wilt u graag terugzien in de 'Vrijwilliger van de Week', en waarom? Laat het ons weten door een mail te sturen naar redactie@schaatsen.nl!