Met Jan Smeekens heb ik inspiratie gezocht om het in deze column eens niet over schaatsen te hebben. De grootste onzin kwam bovendrijven. Ik kon bijvoorbeeld voortborduren op mijn vorige column, waarin ik vertelde een dagje met de BAM meegelopen te hebben. Daarna zou ik er aan de slag zijn gegaan als hoofdverantwoordelijke voor de noord-zuidlijn. En we verzonnen erbij dat daar een nieuwe aflevering  van ‘Mega Structures’ bij National Geographic over gemaakt zou zijn.

We kwamen tot de conclusie dat we enigszins op hol aan het slaan waren met onze fantasieën en dat een column voor schaatsen.nl toch vooral over schaatsen dient te gaan.

Het aparte aan de eerste keer schaatsen na een periode van onthouding, is dat het net is alsof je weer op het ijs stapt zoals aan het einde van het seizoen. Die eerste training gaat altijd fantastisch. De dagen daarna gaat het helaas wel elke dag een beetje minder, waarna de weg naar verbetering weer wordt ingezet. Een hoop schaatsers herkennen dat.

Het heeft simpelweg te maken met het feit dat schaatsen toch nog altijd iets anders is dan fietsen, krachttraining en ook dan inline-skaten. Die trainingen doen we natuurlijk niet voor niets. De fitheid is wel aanwezig, maar om het specifiek toe te passen op een paar dunne ijzers kost toch altijd enige aanpassingstijd.

Vandaag hebben we de vierde schaatstraining van het seizoen gehad, waarin we onze eerste startjes meteen maar gemaakt hebben. Eigenlijk stonden ze er nog niet op, maar na een snelle sprinttraining konden een aantal waaronder ik, de verleiding niet weerstaan om de eerste start van het seizoen te maken. Ik was vooral nieuwsgierig om mijn nieuwe starttactiek te proberen.

Wat ik wil veranderen, of althans eerst proberen, jat ik simpelweg van ene J. de Koning, oud-ploeggenoot en ondertussen de snelste man van Nederland op de 100 meter. Als iemand iets erg goed blijkt te doen moet je altijd kijken wat je er van kan leren. Natuurlijk is het niet zo simpel dat ik zijn manier van starten gewoon kopieer, maar ik ben wel van mening dat het goed is te blijven kijken van wie je wat kan leren, zonder daarbij je eigen sterke punten te vergeten.

Wie het ook erg goed doen wat dat betreft zijn de B-junioren van afgelopen jaar, waarvan er een aantal inmiddels al tot Jong Oranje hebben mogen toetreden. Een beetje extra trots ben ik natuurlijk wel op mijn dorpsgenoot Arvin Wijsman, echt onwaarschijnlijk wat er afgelopen winter door die jongens voor tijden werden gereden. Zomaar een seconde of tien sneller dan ik deed op de 1500 bijvoorbeeld destijds.

En wie weet hoeveel sneller de generatie die nu klaar staat om deze wereld te betreden zal zijn? Misschien had u er al iets van gehoord, maar in het schaatsen heerst inmiddels een ware babyboom! Bij ons in de ploeg is de vrouw van Mark het eerst aan de beurt, twee weken later een van onze trainers Sicco Janmaat en eind augustus is de eer aan mijn vrouw.

Verder is Enrico Fabris onlangs vader geworden van een dochter en loopt Annie Postma-Friesinger ook aardig richting het einde van de zwangerschap.Een heel generatie nieuwe schaatsers wordt klaargestoomd voor de toekomst.