De Utrechter wist door te dringen tot de halve finales en reed daarin alert voorin. “Je weet gewoon dat er in deze races alles of niets wordt gereden”, analyseerde Kerstholt, die daardoor zijn positie kwijt raakte. “Dat is weer een les die ik geleerd heb. Als je zo ver in het toernooi bent, moet je nog krapper de bochten in. Anders stapt er zomaar iemand tussen.”
In de B-finale moest Kerstholt het afleggen tegen zijn trainingsmaatje Haralds Silovs, die zich in de tweestrijd de sterkste toonde. Charles Hamelin, Olympisch kampioen op de sprint, pakte in een drukbezette finale met zes rijders voor eigen publiek het goud. Het zilver was voor de Amerikaan Jayner en brons voor de Canadees Bastille, die zich net als Kerstholt via de herkansingen wist te kwalificeren voor de hoofdrondes.
“Ik heb dit weekend veel oefening gehad, heb zeventien keer de 1000 meter gereden. Dat is goed geweest voor me. Ik heb het juiste gevoel weer te pakken”, aldus Kerstholt, die zowel zaterdag als zondag was veroordeeld tot de herkansingen. “Met een zevende en achtste plaats mag ik niet klagen. Hier kan ik op voortborduren.” In het wereldbekerklassement bezet Kerstholt de tiende plek.
Jorien ter Mors moest op dezelfde afstand in de kwartfinale haar meerdere erkennen in de Britse Christie en Hongaarse Heidum, die beiden later op de dag de finale bereikten. Ter Mors eindigde als negende. Op de sprint werd Daan Breeuwsma dertiende in een nieuw persoonlijk record.