De laatste drie ritten van de 1000 meter moeten nog worden afgewerkt, wanneer Kai Verbij de trap van Thialf afdaalt en zich meldt in de mixed zone. Hij heeft een tijd van 1.08,74 minuut laten noteren. Lang niet slecht, vindt-ie zelf, maar niet top. Misschien wel ietsje beter dan hij had verwacht. “Ik reed best oké en heb ook een beetje geluk gehad.”
Al pratend met de pers houdt hij via het tv-scherm scherp in de gaten hoe de concurrentie het ervan afbrengt. “Die andere gasten zijn een stuk beter”, zegt de Japanse Hollander. Als zijn nog resterende rivalen doen wat ze zouden moeten doen, zal Verbij eindigen op plek zeven, weet hij, en da’s niet voldoende voor een World Cup-ticket.
Maar Wesly Dijs blijft in de voorlaatste rit steken op 1.09,19 en dan komt die vijfde plek stiekem toch dichtbij.
We praten nog even over zijn opvallende lange haren. Laat hij die bewust groeien, zoals de bijbelse Samson dat deed om zijn krachten te bewaren? “Nee, dat is luiheid”, zegt Verbij. “Mijn vaste kapper woont in Haarlem. Ik ben één keer naar een andere geweest en die heeft het toen verpest, dat heeft me getraumatiseerd. Ik ga alleen nog naar mijn kapper in Haarlem, maar dat komt er maar niet van.”
Dan verschijnt het laatste koppel aan de start: Jenning de Boo tegen Merijn Scheperkamp. De eerste doet wat van hem verwacht wordt, maar Scheperkamp stelt teleur. Hij komt over de streep in 1.08,99 en wordt zevende. En Verbij? Die eindigt zo verrassend als vijfde. Hij mag straks mee naar de World Cups, te beginnen in Salt Lake City.
Dat kun je best een surprise noemen. Verbij was van wereldklasse, won als specialist op de 1000 meter twee keer WK-goud en mocht zich ook één keer wereldkampioen sprint noemen. Maar de klad kwam erin en in 2022, toen Jumbo-Visma geen plek meer voor hem had, leek zijn carrière voorbij.
Omdat het weer begon te kriebelen, omdat hij ’s nachts van schaatsen bleef dromen, besloot Verbij in november 2024 op het ijs terug te keren. Hij sloot zich aan bij Team Gold van trainer Johan de Wit en stapte afgelopen voorjaar over naar Team Kafra van Jutta Leerdam, met Kosta Poltavets als coach. Alles is gericht op deelname aan de Spelen van Milaan, de eerste horde op weg naar Milaan lijkt nu genomen.
Proficiat Kai!
Dan volgt een reactie die je in dit eerste piekweekend van het olympisch seizoen niet verwacht. Verbij blijft stoïcijns, slaakt geen vreugdekreet, lijkt zelfs een beetje te balen van dt onverwachte resultaat. “Ik had hier geen rekening mee gehouden. Het is niet dat ik niet blij ben hoor, ik ben hartstikke blij.”
Wat het probleem is? “Ik kan niet diep zitten. Daarom moet ik gaan shorttracken. Daar hadden we net afspraken over gemaakt. Samen met Ted (teamgenoot Dalrymple, red.) zou ik me aansluiten in Thialf bij het team dat net onder de nationale ploeg zit. Ik heb zelf ook een verleden als shorttracker, had er ook zin in om dit te gaan doen…”
Het liefst blijft hij bij zijn plan. Maar ja, meedoen aan de World Cups, jezelf meten met de sterksten van de wereld, dat is ook verleidelijk. “Maar ik heb nog slechts acht weken tot het olympisch kwalificatornooi, ik moet gewoon doortrainen. Als je naar Salt Lake gaat, moet je acclimatiseren en taperen voor de wedstrijd. Dan wordt alles anders.”
Het is een bijzonder om te zien, een topschaatser die plots vol twijfel zit met een World Cup-startbewijs op zak. Als je hem een half jaar geleden had verteld dat hem dit ging lukken, zou hij waarschijnlijk zijn handen hebben dichtgeknepen. Nu zie en hoor je hem dubben, wikken en wegen. Gaat hij bedanken voor de eer? “Ik weet het niet, ga eerst eens met mijn coach (Kosta Poltavets, red.) overleggen.”
De uitslag van de 1000 meter staat hier