Hij oogt inderdaad fit en afgetraind en dat liet Jorritsma ook op het ijs zien. “Ik voelde me goed, maar je moet het alsnog wel doen. Ik wist dat ik rond de 35,1 moest rijden in de tweede omloop en als dat dan lukt is het feestje compleet”, glunderde hij.

Het talent van LottoNL-Jumbo verbaasde zich over de tijden die niet alleen hij, maar ook de andere sprinters op de klok brachten. “Je kunt zien dat het niveau gruwelijk hoog is. Vroeger waren er een paar plekken in de World Cups eigenlijk wel zeker, nu zijn er zeven à acht man die 34-hoog of 35-laag kunnen rijden.”

Dat maakte dat de druk er flink op stond voor de start, met name van de tweede omloop. “Je moet geen fouten maken, want met één missertje val je al buiten de boot”, aldus Jorritsma. “Je hebt dan wel twee kansen, maar je moet ze wel benutten.”

Met zijn sterke optreden heeft Jorritsma zich verzekerd van de eerste vier World Cups. De eerste twee weekends betekent dat racen in Calgary en Salt Lake City. Daar kijkt hij enorm naar uit, want hij koestert goede herinneringen aan de Olympic Oval in Calgary.

Vorig seizoen was Jorritsma na rugproblemen mee als trainingspartner van Sven Kramer en Douwe de Vries naar het WK Allround op diezelfde baan. Daar hervond hij zijn vorm met een prima World Cup Finale in Erfurt als gevolg. “Snel ijs ligt mij wel. Ik vlieg niet snel de bocht uit.”

Wat hij voor tijden zou kunnen rijden, durft de sprinter niet te voorspellen. “Ik heb daar één keer 35,1 gereden en dat doe ik hier nu ook. Ik laat me qua tijd maar verrassen, het resultaat zien we daarna wel weer.”