Jola Visser uit Den Haag zet als vrijwilligster al ruim 30 jaar haar beste beentje voor. “Ik help wekelijks met koffie schenken in een bejaardentehuis. Zomer en winter door. En dat wordt heel erg gewaardeerd.” Daarnaast is ze actief bij Kunstrijvereniging Amaranth.
Hoe bent u bij het kunstrijden terechtgekomen?
“Mijn dochter Saskia schaatst vanaf haar zesde en ze is nu zesendertig. Ze is begonnen bij de Vlaardingse IJsclub, dat was nog op Houtrust, en via de Westlandse IJsparels zit ze nu bij Kunstrijvereniging Amaranth. Als moeder zijnde rol je dan vanzelf in het vrijwilligerswerk.”
“Mijn dochter gaat er nog altijd met veel plezier naar toe. Ook toen ze studeerde moest ze iedere zaterdagmorgen weer in Den Haag zijn om te schaatsen. En nu schaatst mijn kleindochter ook bij Amaranth en dat vind ik natuurlijk ook heel erg leuk. Zo blijf ik erbij betrokken.”
Wat heeft u allemaal gedaan?
“Ik ben destijds begonnen met het helpen met kleding naaien. En dat doe ik nu nog steeds. Ik kijk voor de eindshow of we kleding kunnen kopen, hergebruiken of zelf weer moeten gaan naaien. Verder zorg ik op zaterdagochtend voor koffie en thee voor de trainsters.”
Elke zaterdagochtend?
“Jazeker. Elke zaterdagochtend ben ik paraat. En soms is mijn hele morgen gevuld. Dan help ik om bij diplomaschaatsen de kinderen nummertjes te geven of ik deel foldertjes uit. Ik doe eigenlijk van alles. In overleg zorg ik voor de Sinterklaas-kadootjes of met Kerst voor een kleinigheidje. Zodra Sinterklaas en Kerst voorbij zijn rol ik in het diplomaschaatsen en daarna volgt alweer de eindshow.”
“Afgelopen jaar heb ik voor 40 personen de kleding verzorgd. Er zijn nog anderen die meehelpen, maar ik heb ook wel eens gehad dat ik echt tot het laatst toe zat te naaien. Dan zei mijn man: ‘Moet dat nu allemaal op het laatste nippertje?’ Maar ja, als er niemand is die wil helpen houdt het op.”
Schaatsers van Amaranth in actie | Foto: André Klaasen
Kunt u anderen enthousiast maken om mee te helpen?
“Je moet er wel een beetje lol in hebben. Er zijn wel moeders die zich opgeven om te helpen, maar er zijn steeds minder die kunnen naaien. Of ze kunnen alleen rechttoe rechtaan. Het is natuurlijk kleding die maar één keer gedragen wordt, dus het mag best met een zigzagzoompje. Dat ziet het publiek op de tribune toch niet. Dus ik probeer wel dingen uit te besteden als ik iemand kan vinden.”
Wat is voor u de voldoening?
“We ontvangen altijd reacties over onze mooie kleding en dat je kunt zien dat er zorg aan besteed is. Dan weet je waar je het voor doet. Dat is voor mij het stukje voldoening.”
Is door de jaren heen veel veranderd bij de verschillende verenigingen?
“Eigenlijk werk ik nog steeds met dezelfde mensen samen. En ik ben zelf nogal makkelijk. Ik vraag of iets goed is zoals ik het doe, en als dat goed is maakt het voor mij geen verschil.”
Kunstrijden komt minder vaak in beeld dan bijvoorbeeld langebaanschaatsen. Wat vindt u daarvan?
“Ik vind persoonlijk dat de KNSB nog niet echt veel met kunstschaatsen doet. Ze mogen er wat mij betreft wel wat meer aandacht aan besteden. Bij onze vereniging doen meisjes mee aan wedstrijden, maar op de zaterdagmorgen schaatsen ook een heleboel meisjes die het gewoon voor hun plezier doen. Door die dure ijsbanen moeten verenigingen ervoor knokken om hen bij zich te houden en om nieuwe kinderen erbij te krijgen. Laten we eerlijk zijn, iedereen kijkt tegenwoordig naar z’n portemonnee. Je kunt je geld maar één keer uitgeven.”
Hoelang denkt u er nog mee door te gaan?
“Ik heb wel eens gedacht om ermee te stoppen, maar ik moet eerlijk zeggen ‘ik blijf het leuk vinden’. Vooral wanneer ik aan het einde van het schaatsseizoen ook weer zo’n show zie en ik hoor iedereen zeggen: ‘Tot volgend jaar!’ of ‘Volgend jaar ben je er toch weer?’ Dan denk ik ‘zolang ik het kan, blijf ik het maar doen’.”
Welke vrijwilliger(s) wilt u graag terugzien in de ‘Vrijwilliger van de Week’, en waarom? Laat het ons weten door een mail te sturen naar redactie@schaatsen.nl!