Botman (22), afkomstig uit Andijk, bleef op de drempel van 34 seconden plakken. De klok in Heerenveen stond stil na precies 35 tellen. Wél de beste tijd voor hem tot dusver, maar niet de gehoopte boost richting het eerste toernooi van de schaatswinter dat ertoe doet. Toch kon de vriend Michelle de Jong (ook sprintster bij Reggeborgh) tevreden zijn: hij klopte in het niemendalletje alle mogelijke concurrenten op het sprintnummer, want hij werd eerste die avond.
Het zal stiekem ook wel een ruggensteuntje zijn bij de poging zich voor het tweede jaar in de selectie te rijden van TeamNL dat halverwege november in Stavanger aan de World Cup-cyclus begint. In 2021-’22 reed hij rond dezelfde periode vier keer een 500 meter, twee in Tomaszów-Mazowiecki en twee in Stavanger, alle in de B-groep.
Logisch dat je weer aan dat wereldavontuur wilt meedoen. Leg eens uit hoe belangrijk dat is voor een jonge schaatser.
Janno Botman: “Als je de World Cup eenmaal hebt gehaald, wil je dat per se weer bereiken. Dat maakt het extra spannend. Het is van belang voor je ontwikkeling om door te groeien naar een hoger niveau. Daarom zou het mooi zijn wanneer het lukt, maar het moet altijd nog even gebeuren.”
Je weet dat de concurrentie in Nederland moordend is.
“Die is enorm. Er zijn acht, negen mensen die strijden om de vijf plekken. Het is dringen aan de top, en hopen dat je erbij zit.”
Maar je weet ook sinds een jaar hoe je dat moet doen.
“Ja, dat klopt, maar de tijden worden weer sneller. Ik moet zorgen dat ik mezelf verbeter. Ik kan er zomaar tussen zitten, maar je grijpt er net zo gemakkelijk naast.”
Op 1 oktober deed je ploegmakker Stefan Westenbroek mee aan het NK Clubs waar hij de 500 meter in 34,94 reed. Baal je er dan van, want je beseft dat er nog een concurrent in aantocht is?
“Nee, je traint de hele zomer met elkaar en je ziet dat iemand verbetert. Daarom kun je dat verwachten. Het was niks nieuws, ik vond het mooi dat hij het heeft gehaald. Knap, ik heb zelf lang tegen die 34’er aangehikt vorig jaar, en Stefan ook. Het is zo gaaf en zorgt voor veel ontlading als je eindelijk onder de 35 seconden uitkomt.”
Ik veronderstel dat sprinters in de aanloop naar een toernooi als het WCKT vast een lijstje van namen maken in hun hoofd, als het gaat over de uitslag van de komende 500 meter.
“Nou ja, ik probeer toch meer op mezelf te letten…”
Ja, dat zeggen alle schaatsers altijd.
“Is ook zo. Tuurlijk, van tevoren denk je bij een trainingswedstrijd: die rijdt deze tijd, die komt daarop uit, maar tussendoor ben je voornamelijk met jezelf bezig en jouw eigen tijd en verbeteringen in de rit. Ik zie uiteraard wat anderen doen, dat blijft interessant.”
Ervan uitgaand dat jij komend weekend een van de vijf schaatsers bent die zich plaatst voor de wereldbeker, wie zijn de andere vier?
“Ik durf zelf niet te zeggen dat ik een van die vijf ben…”
Oké, dat zeg ik dan wel.
“Met mij erbij zijn er in onze ploeg al vier mensen die erbij kunnen zitten. Dat zijn Hein Otterspeer, Stefan, ik en Kjeld Nuis, die kan het ook. Bij Jumbo-Visma heb je er vier of vijf die ertoe in staat zijn: de gevestigde orde als Kai Verbij, Dai Dai N’tab, Thomas Krol kan het, Merijn Scheperkamp natuurlijk, oftewel een heel clubje van rijders”
Wat betekent het voor je als je je niet kwalificeert voor de wereldbeker?
“Dat moet je schakelen en moet je doorgaan tot aan het NK Sprint tussen kerst en Oud & Nieuw. Daar worden de prijzen opnieuw verdeeld en kun je naartoe werken. Als het dan nog niet lukt, is er een derde kans op het kwalificatietoernooi voor het WK Afstanden. Maar daar ben ik niet mee bezig. Ik moet er vrijdag gewoon staan. Volgens mij is er een 34’er nodig om het te halen, daar mik ik dan ook op.”
Wil je zelf bij het WCKT zijn? Klik dan hier voor alle informatie en ticketverkoop.