“Ze is absoluut een voorbeeld”, zegt Laura met overtuiging over haar landgenote die in Beijing het zilver omgehangen kreeg. “Toen ik hier kwam, wist ik al dat Francesca Lollobrigida en Daniel Niero allebei marathons doen. Niero is een teamgenoot van mij op skeelers en hij heeft mij veel geholpen. Hij was een echte inspiratie om op het ijs te gaan. Zeker de marathons, zonder Lollobrigida en Niero had ik er waarschijnlijk nooit van gehoord.”

Nooit geschaatst
Het was de studie die haar naar Nederland bracht. Of liever: de studie en de mogelijkheid hier te gaan schaatsen. Want Lorenzato is eigenlijk haar hele leven al een topper op inline skates, sinds ze op haar derde op de wielen werd gezet. “Ik kwam hier in 2017”, vertelt ze. “Toen ik klaar was met de middelbare school, wilde ik topsport op een hoog niveau blijven doen, maar ik wilde ook in het buitenland studeren. Ik vond het moeilijk om een ander land vinden waar ik allebei kon doen. Dus kwam ik uit in Nederland. Ik zag kans het uit te proberen, maar ik heb daarvoor nooit, maar dan ook echt nooit geschaatst.”

Switch naar topdivisie
In 2019 reed ze haar eerste wedstrijden, maar door een blessure hield het seizoen na twee races al op. “Toen kwam corona en was er geen competitie”, blikt ze terug. “Maar na een paar wedstrijden zocht Manon Kamminga contact met de vraag of ik geïnteresseerd was om met hen te schaatsen.” Aanvankelijk nog niet voor het team A6-Groot in Auto’s, maar dat veranderde in dit seizoen. “Dit is het eerste jaar dat ik echt wat kan doen. Ik had dit ook niet verwacht, als ik heel eerlijk ben. Ik wilde liever in de beloftendivisie starten, want ik had niet het zelfvertrouwen dat ik in de Topdivisie mee zou kunnen. Ik dacht dat ik ze niet zou uitrijden.”

Bij de beloften viel ze direct op, met een tweede en een derde plek tijdens de Trachitol Trophy bijvoorbeeld, maar vooral door haar aanvallende manier van rijden. En dankzij de doorstroomwedstrijden kon ze toch kennismaken met het hoogste niveau “Ik dacht: ik probeer er een. Het eindigde ermee dat ik zoveel meer plezier had in de wedstrijden in de topdivisie, dat ik besloot daar te blijven.”

Foto: Neeke Smit

Niet bang om te lijden
Als je haar ziet rijden, lijkt het alsof ze al jaren tussen de dames van de topdivisie rijdt. Vol zelfvertrouwen, veelvuldig in de aanval en op het gemak in het peloton. Toch reed ze zaterdag in Groningen pas haar vierde wedstrijd op het hoogste niveau. Maar ze geniet ervan, van het spelletje, van de tempowisselingen en de aanvallen. “Er is altijd wel iets aan de hand. Of je bent bezig te anticiperen op een ontsnapping, of je bent bezig met de volgende ontsnapping die je zelf wilt opzetten. Het is een continu in de gaten houden wat er gebeurt in de race, bezig zijn met het voorbereiden op de laatste ronden, proberen de juiste rug te kiezen. Al die tactische dingen, van meegaan in een ontsnapping, het herstellen na een ontsnapping, dat is waar ik van hou. In de beloftendivisie had ik dat niet. De snelheid lag wat lager, en het ging altijd om de eindsprint. En ik ben niet zo’n sprinter. Ik hou er gewoon van meerdere pogingen te ondernemen tijdens de wedstrijd. Ik ben niet bang om te lijden. Ik probeer wat ik kan en dat vind ik leuk. “

Marathon én langebaan
Met Francesca Lollobrigida heeft ze op de skeelers al veel nationale en internationale wedstrijden samen gereden, op het ijs is dat nog niet het geval geweest. Nu hoopt ze in haar voetsporen te treden. Mét Olympische ambities, maar zeker óók in de marathon. “Ik wil niet alleen dáár voor schaatsen”, zegt ze, doelend op de Spelen. “Want ik heb geen idee waar het heengaat. “Maar toen ik naar Nederland kwam en ging schaatsen, was dat wel de belangrijkste reden te gaan schaatsen. Ik ben vrij jong, dus ik heb tijd om me te ontwikkelen. Maar ik wil eerst zien welke vooruitgang ik kan maken op het ijs. Op de marathon én in het langebaanschaatsen. Hopelijk kan ik de komende vier tot acht jaar dichterbij dat doel komen. Ik heb gezien hoe Francesca zich omhoog werkte en het voor elkaar kreeg.”