Bijna dertig jaar was Jan Dijkema bestuurder van de ISU, waarvan de laatste zes jaar als voorzitter. Wat weinigen weten, is dat Dijkema al een indrukwekkende carrière in het openbaar bestuur achter de rug had, voordat hij in de schaatswereld actief werd. In 1978 werd hij zelfs als 33-jarige de jongste gedeputeerde van het land. De basis voor die loopbaan legde hij als politiek activist tijdens zijn studie sociologie. Uit het boek:
Wat Caroline van der Plas met haar BoerBurgerBeweging nu voor elkaar krijgt – het opschudden van de politieke arena – dat doet boer Hendrik Koekoek in de jaren zestig reeds met zijn Boerenpartij. De agrariër uit Bennekom zit uiteindelijk van 1963 tot 1981 in de Tweede Kamer. Hij is niet vies van enig populisme en dat werkt bij Jan als een rode lap op een (rode) stier. Als Koekoek komt preken op het platteland in het kader van een verkiezingstournee, dan trekken Jan en zijn makkers er ook op uit. Ze gaan de zaaltjes in, stellen lastige vragen en verstoren zo Koekoeks betoogtrant. ‘We gingen er fel tegenin, wel altijd op de inhoud,’ zegt Jan. ‘Boer Koekoek zagen we als een gevaar.’
Op 18 november 1966 komt boer Koekoek naar Annen, het Drentse dorp waar Jan zijn jeugd doorbracht. De afgehuurde zaal in hotel Schuiling is tot de nok toe gevuld. Jan is met zes studievrienden present, onder wie Jacques Wallage. Ze hebben zich grondig voorbereid en diverse malen grijpen zij de microfoon om Koekoek aan de tand te voelen, op inconsequenties te betrappen, het bloed onder de nagels vandaan te halen.
Het gaat die avond onder meer over voormalige NSB’ers die lid zijn van de Boerenpartij en de AOW, die Koekoek niet wil verhogen. Jan grijpt de microfoon en ondervraagt de voorman van de Boerenpartij over de zondagsrust. ‘Ik heb hem mijn bijbel in de hand gedrukt met het verzoek aan te wijzen waar staat dat je niet op zondag mag voetballen’, vertelt hij achteraf in Het Vrije Volk. ‘Ironisch genoeg stond op het schutblad de opdracht “zoekt en gij zult vinden”, maar Koekoek legde het boek der boeken achter zich neer – en deed er het zwijgen toe.’
De politicus is het op een gegeven moment zo beu, dat hij de uit voorzorg aanwezige politieman naar het podium laat komen en hem vraagt: ‘Wilt u deze twee mensen de zaal uitzetten?’ De opperwachtmeester is dat echter niet van plan. Hij legt Koekoek uit dat het tweetal de openbare orde niet verstoort en vraagt de politicus netjes zijn eigen boontjes te doppen. Hij spreekt Jan en Wallage nog wel kort toe en verlaat dan de zaal weer, boer Koekoek vertwijfeld achterlatend.
Die stelt aan het slot van de avond dat hij alleen de jeugd tegen zich heeft, maar de rest mee. Waarop Wallage roept: ‘Dan gaat u een slechte toekomst tegemoet.’ Aldus wederom het verslag uit Het Vrije Volk. Bijna zestig jaar later herinnert Jan zich die avond nog goed. ‘Die dorpspolitie kende ik gewoon,’ zegt hij lachend.
Razendsnelle opmars in ISU
In 2016 wordt Jan verkozen tot voorzitter van de ISU, als derde Nederlander ooit op die post. Dat is op zich al een bijzondere prestatie; het aantal landgenoten op topposities in grote internationale sportbonden is gering. Hoe word je eigenlijk hoogste baas van de ISU? Uit het boek:
Drie jaar na zijn entree bij de Nederlandse schaatsbond treedt Jan Dijkema medio 1994 al toe tot het hoofdbestuur van de ISU. ‘Snelle Jan’, grappen zijn KNSB-collega’s, nadat hij op het congres in Boston is verkozen tot member van de ISU-council. ‘Weet je nog hoe Joop Zoetemelk in 1985 wereldkampioen werd op de weg? Het hele peloton zat naar elkaar te loeren, Joop reed om iedereen heen en was stiekem vertrokken. Zonder echt te demarreren pakte hij een voorsprong, om die niet meer los te laten. Zo is het met mij binnen de ISU ook een beetje gegaan.’ (...)
Wat zijn de machtsblokken waarmee je rekening moet houden als je iets wilt bereiken binnen de ISU? ‘Dat is zo gecompliceerd,’ zegt hij dan. ‘Weet je, het staat of valt altijd met de poppetjes. Wie zitten op welke plek, met wie heb je goede contacten? Wie kun jij vertrouwen en wie heeft vertrouwen in jou?’
In heel grote lijnen wil hij toch wel iets zeggen over de internationale machtsblokken in de schaatswereld. ‘De Verenigde Staten zijn machtig in de wereld, maar vooral buiten de sport. Bij ons, de ISU, hebben ze maar twee stemmen op het congres. Dat is evenveel als Nederland: één voor hardrijden en één voor kunstrijden. Rusland daarentegen heeft nog altijd steun van veel voormalige Sovjetstaten. Die vormen samen een veel sterker blok, met veel meer stemmen, dan Amerika. Al is de status van Rusland even ingewikkeld, vanwege de oorlog in Oekraïne.’
Dan is er nog een blok waarmee je bij besluitvorming altijd serieus rekening moet houden. ‘Azië is heel gemêleerd, maar er bestaat wel een Aziatische Schaatsunie. Dat is dus best een ingewikkeld krachtenspel, dat je eigenlijk niet uit kunt leggen. Maar het spel is gelukt toen ik in 2016 werd gekozen tot voorzitter van de ISU.’ (...)
‘Uiteindelijk komt het vooral aan op hard werken: handen uit de mouwen steken en laten zien dat je waarmaakt wat je belooft. Het gezegde is helemaal waar: vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Het belangrijkst was de jarenlange inzet van ondergetekende voor de schaatssport. Inzet die iedereen ziet! Wanneer men zich gaat afvragen wie Cinquanta moet opvolgen, komen ze bij jou uit. Waarom? Omdat ze zien dat je dingen tot stand brengt, betrouwbaar bent en vertrouwen kweekt. Maar zelfs dan is het geen uitgemaakte zaak dat je verkozen wordt.’
Liefde voor het schaatsen
Van 1991 tot 2022 dient Jan Dijkema de schaatssport als bestuurder. Hij steekt er zijn ziel en zaligheid in. Belangrijkste drijfveer: Jans onbegrensde liefde voor het schaatsen. Onmisbaar is zijn thuisfront, met zijn grote liefde Roelie (die overleed in 2014) als steun en toeverlaat. Ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag (23 september) blikt Jan in het boek dankbaar en tevreden terug. Van slechts één ding heeft hij spijt... Uit het boek:
‘Dat ik door mijn liefde voor Noorwegen nooit heb kunnen deelnemen aan de Elfstedentocht. Toen die na 22 jaar weer doorging in 1985 zat ik net in Lillehammer. Ik was daar uitgenodigd om een lezing te geven over democratisering van het bedrijfsleven, mijn deskundigheid. Daar had ik een paar dagen skiën aan vastgekoppeld. Roelie belde me dat de Elfstedentocht eraan kwam. Maar ik had juist daarvoor, thuis bij de rector van de Nansenskolen waar ik logeerde, op de Noorse TV gezien dat er in Nederland een dooiaanval in aantocht was. Het zou zo’n vaart niet lopen, dacht ik. Bovendien: als ik mijn ticket moest wijzigen om eerder terug te vliegen, kostte dat al gauw duizend gulden en dat was zeker in die tijd een smak geld.’
Jan besluit gewoon in Noorwegen te blijven... en is daar nu nog rouwig om. Want de dooi valt mee en de Elfstedentocht gaat door. Evert van Benthem gaat winnend over de Bonkevaart en Jan Dijkema staat op de lange latten in Lillehamer. ‘Er zijn niet zo veel dingen waar ik achteraf spijt van heb, maar dit is er wel eentje.’
Als de Tocht der Tochten een jaar later weer wordt verreden, beweegt Jan hemel en aarde om aan een startbewijs te komen. Zijn contacten in Friesland kunnen helaas niks voor hem betekenen. Wie niet deelnam in 1985 en nog geen lid is van de Vereniging De Friesche Elf Steden heeft in 1986 pech. Jans verzoek van 30 december 1985 om lid te worden, is afgewezen, omdat de vereniging strikt vasthoudt aan een ledenstop.
Jan legt zich daar niet zomaar bij neer. Als ook de Tocht van 1986 zonder hem is verreden, schrijft hij een persoonlijke brief aan voorzitter Sipkema, waarin hij suggesties doet om toch meer schaatsliefhebbers de kans op deelname te geven. ‘Persoonlijk geef ik sterk de voorkeur aan het opheffen van de ledenstop en het hanteren van een systeem van uitloting indien meer deelnemers zich aanmelden dan organisatorisch verantwoord is,’ schrijft Jan.
Zijn smeekbede, en die van vele anderen, wordt verhoord. In september 1986 wordt de ledenstop tijdelijk opgeheven: er is plaats voor tweeduizend nieuwkomers. Jan is er als de kippen bij en meldt zich aan. Sindsdien is hij weliswaar lid van de Elfstedenvereniging, maar toch mist hij ook in 1997 de boot, bij de voorlopig laatste editie van de Elfstedentocht. Wrang detail, zeker als je kijkt naar de inhoud van zijn eigen brief: Jan wordt uitgeloot...
Illegaal deelnemen aan een schaatsfestijn als dit, daar wil Jan niets van weten. Jarenlang koestert hij de hoop dat hij toch nog een keer in Leeuwarden op het ijs kan stappen voor de ultieme toertocht over 200 kilometer. Hij zou er ook nu wellicht nog fit genoeg voor zijn. ‘Maar ik weet niet of het verstandig is. Je bent ook erg afhankelijk van de weersomstandigheden en de kwaliteit van het ijs. Maar als je valt en een breuk oploopt, dan heb je op mijn leeftijd wel een serieus probleem. Dus waarschijnlijk zal het er voor mij niet meer van komen en heb ik de Elfstedentocht gemist door mijn liefde voor Noorwegen. Spijtig, maar het is niet anders.’
***
Het boek is geschreven door Carl Mureau, oud-journalist en sinds 2017 werkzaam bij de KNSB. Het boek telt 208 pagina’s en kost €24,90. Het is vanaf heden verkrijgbaar, onder meer te bestellen via de website van uitgever Noordboek – Van Gorcum.