Ingmar Berga is blij met zijn zege op de Jaap Edenbaan.
Het was de laatste weken een zeer regelmatig terugkerend beeld: een stevig balende Ingmar Berga die zelfs op het podium geen geheim maakte van zijn teleurstelling. Misschien had hij af en toe beter een lachje tevoorschijn kunnen toveren voor de foto, maar zijn houding typeerde Berga uitstekend. De man uit Hoogeveen is een winnaar, die met minder geen genoegen neemt. Hij geeft dat ook ruiterlijk toe. “Podium is mooi, maar eigenlijk ook niets als je er niet als winnaar staat. In de sport telt maar één plaats, en dat is de eerste.”
En daarom stond Berga telkens balend op dat podium. “Het was een hele reeks podiumplaatsen, soms zelfs met z’n tweetjes van ons team. Maar elke keer net niet de plaats waar je het eigenlijk allemaal voor doet. Na een paar keer heb je daar wel genoeg van, dan wil je weer winnen.” Met een lach: “Gelukkig had ik er dit seizoen al twee gewonnen, anders had ik me daar nog veel drukker over gemaakt.”
In Amsterdam rekende Berga dan eindelijk af met die reeks wedstrijden zonder zege. Hoewel die bij nadere beschouwing eigenlijk niet eens zo lang was. Hij won eerder in Eindhoven, en voor het laatst in Breda. Dat was pas begin december, net een maand geleden. Maar in de tussentijd zijn er al zóveel wedstrijden gereden, dat het ook voor Berga gevoelsmatig veel langer geleden lijkt.
Hoe dan ook, de gebrande Drent was in Amsterdam gretig en alert, en maakte daarom ook als vanzelfsprekend deel uit van de kopgroep van elf mannen, die zo ongeveer half koers rondging. Daar zaten nog wel wat klinkende namen bij. Bart de Vries bij voorbeeld, maar ook Kurt Wubben, Jochem Uithoven, Sander Kingma en het talent Mart Bruggink.
Het rondje voorsprong voor dat elftal betekende ook meteen einde wedstrijd. Want er werd daarna vooral gecontroleerd, zodat al snel vaststond dat de elf het samen mochten gaan uitmaken. In die finale zorgden Wubben en Bart de Vries nog voor wat onrust. De twee gingen er vandoor, en werden uiteindelijk pas in de laatste rond ingerekend. “We hebben lang gewacht, maar ik voelde dat we nog op tijd waren om ze terug te halen”, vertelde Berga.
In de laatste bocht werd hij nog voorbijgestoken door Bob de Vries, maar bij het uitkomen van de bocht zakte hij alweer weg. “Ik had heel veel snelheid bij het ingaan van de bocht”, verklaarde De Vries. “Maar ik liep zo’n slechte bocht dat ik er weer met achterstand uitkwam. Dat kon ik op het laatste stuk niet meer goedmaken.” De Vries zag ook Plender nog voorbijkomen, die uiteindelijk de tweede plaats pakte.
Berga was in ieder geval zielsgelukkig met zijn winnende sprint. “Lekker voor mezelf, maar zeker ook lekker voor de ploeg. Het geeft in ieder geval vertrouwen, en wie weet wat we straks op natuurijs nog kunnen.” Zelf heeft hij daar een mooi doel. “Ik heb nog nooit een wedstrijd over 100 kilometer gewonnen. Dat lijkt me wel wat.”