Een tentamenweek overslaan omdat je je World Cup-debuut mag maken. Het zal voor menig student het gedroomde excuus zijn, maar in het geval van In 't Hof is het ook echt zo. De derdejaarsstudente fysiotherapie slaagde er vorige week zondag tot ieders verbazing in om zich in de top van de 5 kilometer te nestelen, waardoor ze zich voor het eerst in haar carrière plaatste voor de World Cups. "Ik kan het nog steeds niet geloven", vertelt een glunderende In 't Hof. "Het was altijd al mijn doel om World Cups te mogen rijden, dus dat het nu eindelijk is gelukt, voelt als een enorme ontlading."
Hoewel de opdracht (bij de eerste twee eindigen op de 5 kilometer) nagenoeg onmogelijk leek, stelde de rijdster uit de Friese selectie zich strijdbaar op. In aanloop naar het NK voelde ze namelijk al dat het de goede kant opging en dat ze 'grote stappen' had gemaakt, niet wetende tot welke resultaten dat bij het NK zou kunnen leiden. Na een negende plek én een PR op de 3 kilometer ging het op de 5 kilometer, de afstand die haar het beste ligt, nog een stuk beter. Met een tijd van 6.57,63 reed ze niet alleen voor het eerst onder de 7 minuten, maar hield ze ook erkende specialisten als Carlijn Achtereekte en Esmee Visser achter zich.
"Nee, dat had ik van tevoren nooit kunnen denken", kijkt In 't Hof terug op haar tweede plek. "Aan het begin van het seizoen had ik mezelf als doel gesteld om de 5 kilometer onder de 7 minuten te rijden, maar eerlijk gezegd was dat meer de verwachting richting het einde van het seizoen, omdat ik dan vaak op m'n best ben. Blijkbaar kan ik het dus ook al in november", lacht de langeafstandsspecialiste, die niet alleen zichzelf, maar ook haar coaches flink verbaasde. Volgens Arjen Wolters was de prestatie van In 't Hof een heel bijzondere. "Natuurlijk zagen we al langere tijd dat er potentie in haar zit, maar dat dit eruit zou komen, was voor ons ook een verrassing", aldus Wolters.
Fout
Voor In 't Hof was de zilveren medaille er een met een gouden randje. De 23-jarige Schalkhaarse, die in haar juniorentijdperk te boek stond als een groot talent, kende sinds de overstap naar de senioren de nodige 'kwakkeljaren', waardoor ze haar belofte nooit helemaal kon inlossen. Na haar succesvolle WK voor junioren in 2017 (In 't Hof won zilver op de 1500 en 3000 meter) kreeg ze een stagecontract aangeboden bij het toenmalige Team LottoNL-Jumbo, maar daar stokte haar ontwikkeling. "Dat was volledig mijn eigen fout", steekt In 't Hof de hand in eigen boezem. "Ik kwam daar toen als jonkie binnen en wilde heel graag laten zien dat ik mee kon met die meiden."
Ze was naar eigen zeggen een stuiterbal die 'heel vaak te hard trainde' en haar grenzen niet aangaf. Geen handige combinatie. "Als de trainers aan me vroegen of ik niet moe was, zei ik: nee, ik ben niet moe, terwijl ik dat soms wel was. Als je elke keer die grens opzoekt, weet je dat het een keer klaar is." In het tweede jaar maakte ze precies dezelfde fout, waarna ze in 2019 de overstap maakte naar het Gewest Friesland. Onder leiding van coaches Henk Hospes en Arjen Wolters probeerde ze zichzelf terug te knokken, ware het niet dat ze meteen al te maken kreeg met een chronische amandelontsteking waaraan ze geopereerd moest worden.
"Als ik er zo op terugkijk, waren het niet de leukste jaren, maar als mens en sporter heb ik wel veel over mezelf geleerd", aldus In 't Hof, die mede dankzij haar eigen ervaring en met behulp van een ECO-mental-coach een rustiger persoon is geworden. "Vroeger was ik altijd met het resultaat bezig en focuste ik me veel te veel op wat andere mensen deden. Nu durf ik naar mezelf te kijken en op mezelf te vertrouwen; wat anderen nu van me vinden, doet me niet zoveel meer." Ook Wolters ziet dat In 't Hof na een aantal moeizame jaren weer goed in haar vel zit. "Ze is fit, vrolijk, heeft energie te over en wil graag trainen. Dat soort dingen werken vaak positief."
Motor
In 't Hof schaatst nu voor het derde jaar onder de vleugels van Hospes en Wolters en sluit daarnaast geregeld aan bij de marathonteams van BTZ.nl en Bouw & Techniek, waarmee het Gewest een samenwerking heeft. Volgens Wolters plukt In 't Hof daar vooralsnog de vruchten van. "Ze vindt het prachtig om achter de mannen van Bouw & Techniek rondjes 27 te rijden, dat komt haar snelheid en inhoud alleen maar ten goede." Ook In 't Hof spreekt van een supermooie combinatie. "In de zomer heb ik veel met ze kunnen meefietsen en skeeleren, dat is heel fijn. Omdat we veel omvang op de juiste intensiteit hebben gedaan, heb ik een veel grotere motor gekregen."
Zonder de druk van een commerciële ploeg en met de nodige persoonlijke aandacht heeft In 't Hof de weg omhoog gevonden. Dat In 't Hof niet meteen de aansluiting heeft kunnen maken sinds haar overstap naar de senioren, is volgens Wolters helemaal niet zo gek. "Je ziet steeds meer voorbeelden van rijders die halverwege de 20 goed gaan presteren en doorbreken. Het is dus heel belangrijk dat de talententeams niet ophouden als de junioren neo-senioren zijn geworden", aldus Wolters, die graag zou willen dat jonge schaatsers langer de kans krijgen om zich verder te ontwikkelen. "De één maakt de stap nou eenmaal wat sneller dan de ander."
Hoewel Wolters vindt dat In 't Hof nu 'een klein beetje bij de grote dames hoort', vindt In 't Hof het nog iets te vroeg om zichzelf 'een grote mevrouw' te noemen. Zo zit ze ook niet in elkaar, vertelt ze. "Ik ben niet iemand die meteen naast zijn schoenen gaat lopen na een goede prestatie, blijf gewoon hetzelfde meisje als vóór het NK", aldus In 't Hof, die zich voorlopig nog even in de underdogpositie waant. "Dat wil niet zeggen dat ik de underdog ben, maar die gedachte geeft me wel rust. Ik weet wat ik heb moeten doen om hier te komen en alles wat daar nu bij komt, voelt als een bonus."
Of In 't Hof de komende jaren een vaste waarde kan worden op de lange afstanden? Wolters twijfelt er geen moment over. "Het einde is nog niet in zicht", beweert hij. "Het mooie van Sanne is dat ze vlak na haar race alweer praatjes voor tien heeft. Ze heeft een enorm herstelvermogen en juist daarom denk ik dat er nog veel meer in zit." In 't Hof, die zichzelf een vechtertje noemt, kan zich daar wel in vinden. "Ik weet nog niet helemaal waar mijn grenzen liggen, maar technisch kan ik echt nog wat stappen maken. Het zou mooi zijn als ik op het OKT opnieuw voor een stunt kan zorgen, maar die druk ga ik mezelf niet opleggen, want dan gaat het fout."