Op de langebaan heeft ze er dit seizoen inmiddels al twee op zak. Tijdens haar debuut in Heerenveen pakte ze brons op de drie kilometer en zilver bij de mass-start. Na haar uitstapje richt ze zich nu weer volledig op shorttrack. Extra vertrouwen hebben de twee schaatsmedailles haar niet gegeven. “Het is een hele andere tak en is geen garantie voor wat dan ook”, aldus Ter Mors. “Het is leuk meegenomen, maar uiteindelijk wil ik hier scoren.”

Na twee sterke races, die ze winnend afsloot, ging Ter Mors op de 1000 meter in de finale onderuit. Ze kreeg een tik tegen haar schaats, waarna ze zichzelf onderuit haakte. “Dan is het klaar. Als je in een finale staat, dan valt er altijd wat te halen. Natuurlijk was ik boos en teleurgesteld. Maar het heeft geen zin om er in te blijven hangen. De knop moet om.”

Ter Mors zat in de eindstrijd op de ideale positie, achter de Britse Elise Christie. “Dit ijs glijdt minder. Als je op kop schaatst ga je eerder kapot en val je stil. Met een versnelling kan je het verschil maken”, aldus de nummer twee van Europa. Dat liet ze zien in de kwartfinale waarin ze iedereen buitenom passeerde en met voorsprong over de streep kwam. “Met mijn snelheid zit het wel goed. In Heerenveen rij ik rondjes 8,7 of 8,8 achter de mannen.”