Schouten werd vierde in haar halve finale, een plek waarmee ze op de wip zou staan voor doorgang naar de finale. “Ik wist dat ik geen derde meer zou worden, maar om als tijdsnelste door te mogen moet je toch iets. Je weet het immers nooit, je moet doorgaan tot de finish.”
Tot de finish ging het ook goed, maar daarna dreigde ze naar links te vallen. In een poging om dat te voorkomen kwam ze te sterk over naar rechts en koerste recht op de boarding af. Daar klapte ze onder andere met haar hoofd tegen de stalen balustrade.
“De eerste klap was zo hard”, vertelde Schouten. “Ik dacht dat ik nog nooit zo hard gevallen was, maar daarna merkte ik al wel snel dat het wel redelijk meeviel.” Toch besloten jury en de medische dienst om het zekere voor het onzekere te nemen en ze deden de rijdster een brace om en voerden haar per brancard van de piste. Volgens Schouten zelf was dit een beetje overdreven. “Het voelde een beetje aanstellerig”, gaf ze toe.
Haar val was aan haar gebrek aan inline-uren te wijten, dacht Schouten. “Het is de bevestiging dat ik vaker moet skeeleren. Ik merk dat ik niet gemakkelijk skeeler. Het gaat allemaal een beetje lomp. Ik mis de snelheid en de behendigheid.”
Na de val nam Schouten met een wond op haar kin en blauwe plekken op haar kaak en achterhoofd wel gewoon deel aan de finale van de 1000 meter en de puntenkoers. Zondag komt de rijdster echter niet meer in actie.
“Morgen ga ik herstellen, want maandag ga ik met de schaatsploeg het ijs weer op.”