Al vroeg in de wedstrijd koos De Gier het ruime sop in de Bommelerwaard. Hij kreeg de Nederlands kampioen van vorig jaar, Ruben Ligtenberg, mee. De twee draaiden goed door, maar kregen onderweg wisselvallige informatie over hun voorsprong. Daardoor verbleven ze in onzekerheid over hun daadwerkelijke marge op het twintigkoppige peloton.
“Ruben gaf aan dat hij iets minder was, mijn kopbeurtjes werden daardoor iets langer”, deed De Gier het verhaal van de wedstrijd. “Toen had ik al een idee hoe het zou gaan. We hebben lekker gereden, de samenwerking was goed. We zijn gedoseerd blijven rijden, ook omdat we niet precies wisten wat onze voorsprong was. Tot de bel hebben we goed gedraaid.”
Vanaf dat moment rook hij zijn kans om de rappe Ligtenberg de kop op te dringen. De Gier dacht terug aan het NK dat vorig jaar gewonnen werd door zijn opponent en herinnerde zich de rappe sprints van de Nederlands kampioen. “We namen steeds op dezelfde plekken van elkaar over. Op een gegeven moment dacht ik in de laatste ronde: nu neem ik niet meer over. Ik wilde het overzicht, de controle over de situatie. En mijn aanzet is goed, dat wist ik.”
En zo geschiedde. De Gier ging vanuit de laatste bocht aan en had meer snelheid dan zijn tegenstander. “Ik kwam erlangs, was alleen maar bezig géén fouten te maken, wilde niet te vroeg juichen. Blijven sprinten tot de lijn, dacht ik. Het lukte! Toch wel fijn om zelf weer eens te winnen”, rondde De Gier zijn betoog over de koers af.
In het groen-zwart van Team Reggeborgh stelt de hardrijder zich vaak dienstbaar op ten opzichte van zijn ploegmaats. “Op het ijs en op skeelers draai ik vaak m’n ballen eraf voor een ander. Ik vind het hartstikke mooi om te werken in de ploeg, om de lijntjes uit te zetten en het vuile werk op te knappen. Dat vertrouwen geef ik graag aan de jongens, maar andersom krijg ik dat vertrouwen ook in zo’n situatie. Dat is een mooie wisselwerking.”
De kansen die hij krijgt, zijn schaars. En dus weet hij: “Op het moment dat ik in zo’n situatie kom, moet ik die grijpen. Ik krijg niet vaak kansen. Of, ik moet zeggen: je dwingt zo’n kans ook af. Als je voorin zit, heb je zelf in de hand of je doorrijdt of niet. Rij je niet door, dwing je geen kans af. Ga je wel door, rij je voor de overwinning. Dan dwing je een kans af, het komt van twee kanten.”
Het broodje hamburger en het biertje achteraf waren deze keer niet te danken aan een overwinning van bijvoorbeeld Bart Hoolwerf (derde, red.), maar een keer vanwege De Giers eigen succes. “Zelf winnen, dat is hartstikke mooi joh!”
Uitslagen van Poederoijen staan hier.