De schaatstempel zal namelijk een flinke verbouwing ondergaan. Thialf krijgt een nieuwe ijsvloer en in etappes zal er ook een nieuw gebouw neergezet worden.
Beert Boomsma is sinds 2001 dé ijsmeester van Thialf. Voor hem gaat er met de verbouwing van Thialf een bijzondere periode van start. "Spannend", zegt hij. "Vandaag is de laatste dag dat we draaien met deze techniek en morgen gaan we de boel leeghalen. Het is een raar gevoel. Als straks de laatste rijder over de finish komt gaan we echt een nieuwe fase in."
Dat Thialf voorlopig de deuren sluit betekent niet dat er voor de ijsmeester geen werk aan de winkel is. "De hele techniek die we hier krijgen hebben we zelf uitgeschreven", zegt Boomsma. "We hebben bij de ontwerper aan tafel gezeten, dus we weten wat we krijgen en we lopen ook gewoon mee in de bouw. We willen weten en zien hoe het gebouwd gaat worden."
Boomsma houdt samen met een opzichter vanuit Thialf de supervisie. "Ik weet precies hoe het moet en hoe we het willen hebben. Wij gaan dat proberen te coördineren."
Bij de WK afstanden, wat de laatste wedstrijd in het 'oude Thialf' was, werd opnieuw duidelijk hoe verschrikkelijk snel de baan in Heerenveen eigenlijk is. Het ene na het andere baanrecord sneuvelde en er zat zelfs een aantal wereldrecords op een laaglandbaan bij. “We hebben nu vijf wereldrecords laaglandbaan op het bord hangen, de zesde is in de maak”, zegt de ijsmeester.
De regen aan records mag dan een mooi afscheid zijn voor het oude Thialf, maar als het ijs zo snel is, is een nieuw Thialf dan eigenlijk wel nodig? “De mensen om ons heen van de bouw worden wel zenuwachtig, want die zien ook wat er gebeurt”, lacht Boomsma.
Toch is hij stellig over de noodzaak van een nieuw Thialf: “Definitief, ja”, zegt Boomsma. “Het exploitatieverhaal van Thialf moet gezond blijven. We zitten op ruim vijftig procent energiereductie. We zijn nu 1,2 miljoen euro kwijt aan energie en als je daar vijftig procent vanaf kan halen is dat een hele winst.”
Ook de trainingsomstandigheden zullen in het nieuwe Thialf beter zijn. “De top en semi-top kunnen veel beter gebruik maken van efficiënte uren”, vervolgt de ijsmeester. “Het is nu heel vaak zo dat de baan wit wordt, dan kan je niet meer optimaal trainen. In de toekomst heb je gewoon een goed trainingsblok.”
De schaatsers krijgen daarnaast een hele eigen afdeling en ingang in het nieuwe Thialf. “Ze hebben nu nog een losse sprinthal”, zegt Boomsma, “maar die komt geïntegreerd in het nieuwe gebouw. De binnenkant wordt van glas, zo heb je zicht op het ijs. Dus er is veel meer ijsbeleving binnen en rond het stadion.”
De nieuwe hal zal op verschillende fronten vooruitgaan. “De vorm van de nieuwe hal is beter”, zegt Boomsma. “De klimaatbeheersing, een nieuwe koeltechniek en we krijgen vloerverwarming langs de baan en op het middenveld. Het wordt gewoon een aangenaam klimaat om in te schaatsen, om topsport te bedienen.”
“Ik weet dat we nodig zijn en ik weet ook wat we missen”, aldus Boomsma. “Dat nemen we mee in de bouw. We hebben eigenlijk ons eigen nieuwe Thialf ontworpen.” Bij zo'n vernieuwde baan wordt er al snel gedacht aan nog snellere tijden.“Het wordt wellicht stabieler”, zegt Boomsma. “Vaker snel, dat zijn de juiste woorden denk ik.”
Schaatsers van de topteams zullen tijdens de verbouwing tijdelijk naar een andere ijsbaan moeten verkassen. De kans dat ze op hun nieuwe trainingslocaties blijven hangen en niet meer terugkomen is volgens Boomsma onwaarschijnlijk.
“We gaan uit van onze eigen kracht”, zegt hij. “Theoretisch hebben wij het beste ijs ter wereld. Straks wordt het klimaat ook nog supergoed. Goede trainingsfaciliteiten. Waar moet je anders heen? Je kan naar Dronten, je kan naar Groningen, maar je krijgt daar niet wat je hier krijgt”, vervolgt hij.
Bij het afscheid van een ijsbaan horen natuurlijk de herinneringen. De mooiste? “'Mijn' eerste wereldrecord in 2007”, zegt Boomsma. “Toen hadden we net onze hele waterinstallatie aangepast. Het record werd gereden door Carl Verheijen en Sven verbeterde hem toen nog een keer in dezelfde wedstrijd.”
Een nieuw record wordt niet alleen door de schaatsers gevierd. Voor de ijsmakers is dat moment ook een feest. “We zijn dolgelukkig als er een record gereden wordt”, zegt Boomsma. “Dan hebben wij ons werk goed gedaan. Als je slecht ijs neerlegt zullen er vast geen records gereden worden.”
“Vandaag is weer zo'n speciaal moment”, vervolgt hij. “Met een lach en een traan, zeg ik maar.” Het nieuwe Thialf-ijs zal begin volgend schaatsseizoen alweer beschaatsbaar zijn.“Dan is de rest eromheen nog niet helemaal klaar, maar je kan wel weer schaatsen”, zegt Boomsma.
Hij verwacht dat er al snel weer belangrijke wedstrijden verreden zullen worden in het vernieuwde Thialf. “Daar wordt over gesproken”, zegt Boomsma. “Misschien wel de World-Cupfinale. Wij gaan gewoon door. Het is straks zomaar weer oktober, maar laten we eerst genieten van de zomer.”