Wie voor het eerst de Jaap Edenbaan betreedt, voelt meteen dat dit geen doorsnee ijsbaan is. De baan werd feestelijk geopend op 9 december 1961 als eerste kunstijsbaan van Nederland en de derde 400-meterbaan ter wereld, met een bijzonder moment. De toen tienjarige kleinzoon van schaatslegende Jaap Eden sprak door de microfoon: “Hiermee geef ik deze ijsbaan de naam van mijn grootvader Jaap Eden”, terwijl hij de baan opende. Meer dan 8000 rijders betraden de baan tijdens dat weekend en de politie te paard moest de menigte bij de ingang in bedwang houden.
Tweeënhalve maand na de opening stroomden duizenden toeschouwers toe om de eerste marathonwedstrijd op kunstijs te zien. In maart 1964 kwam de miljoenste bezoeker, na slechts 425 schaatsdagen. Het was ongekend. Die historische aantrekkingskracht is tot op de dag van vandaag voelbaar. De baan trekt nog altijd meer dan een half miljoen bezoekers per seizoen. En niet alleen toprijders: er komen schoolgroepen, fanatieke trainingsrijders, marathonliefhebbers en gezinnen met ouders die de koek-en-zopie bij Café Jaap niet kunnen weerstaan. Iedereen deelt het ijs, en juist dat maakt de sfeer ongepolijst en gezellig.
Ard Schenk omschreef het treffend tijdens het 50-jarig jubileum in 2011: “De sfeer op deze baan is uniek. Schaatsen in de openlucht, desnoods met regen en wind. En dan na afloop lekker een warme chocolademelk in de Skeeve Skaes.” Inmiddels heet die kroeg Café Jaap, maar de bruine kroegsfeer is onveranderd gebleven. Ook directeur Joris Wouters benadrukte het bijna vier decennia later nog eens: “Wij waren in 1961 de derde kunstijsbaan ter wereld die geopend werd. Die andere banen hebben het niet overleefd en dus zijn wij nu de oudste." De authenticiteit is door de jaren heen hetzelfde gebleven.
Ook de gestopte topschaatsster Irene Schouten draagt de Jaap Edenbaan een warm hart toe. Ze heeft een duidelijke voorkeur voor races op onoverdekte ijsbanen, waar volgens haar alles samenkomt wat schaatsen zo bijzonder maakt. “Je hebt te maken met de elementen van de natuur: wind en regen, maar soms ook opvallend warme temperaturen of bladeren op de baan", zegt ze. "Ik heb ook op andere buitenbanen gereden, bijvoorbeeld in Collalbo, maar de Jaap Edenbaan heeft iets extra’s. Nergens anders heb je dat het ijs aan de ene kant goed is, terwijl er aan de andere kant een plas water ligt. Dat is typisch Nederlands weer; het kan alle kanten opgaan, en daar moet je op inspelen."
Wat haar vooral aanspreekt is de nabijheid van het publiek. “De mensen staan hier zo dichtbij de boarding, bijna op het ijs. Ze zitten dicht op je huid, je hoort ze je naam roepen. Ik houd van dat gevoel. Zeker als het begint te schemeren, de lampjes aangaan... dat heeft iets magisch.”
Die magie leerde Schouten pas echt kennen in 2010, toen ze als 17-jarige haar eerste landelijke seniorenwedstrijd in Amsterdam won. “Qua leeftijd was ik nog junior”, vertelt ze. “De overwinning was bijzonder, maar vooral door de omstandigheden. Het kwam met bakken uit de lucht vallen. Het publiek had het zwaar. Dat ik daar won in weer en wind – met al die toeschouwers – dat maakte veel indruk.”
Ook in de jaren daarna bleef Schouten de sfeer op de Jaap Edenbaan waarderen. “De grootste aantrekkingskracht is de gezelligheid en de gemoedelijkheid onderling. Fans staan kris-kras door elkaar. Op andere banen zie je vaak dat supportersgroepen gescheiden zijn, en soms was er boe-geroep als een favorietere rijder niet won. Dat kun je je bij de Jaap Edenbaan niet voorstellen. Natuurlijk is er voorkeur voor een team of rijder, maar het publiek geniet zichtbaar van de mooie elementen van de schaatssport.”
In 2023 werd de Jaap Edenbaan gerenoveerd, maar het nostalgische gevoel moest behouden worden. De oude stalen leidingen werden vervangen door kunststof, het beton vernieuwd en de krabbelbaan opgeschoven. De allure bleef: inclusief sfeerverlichting, bruin café en koek-en-zopie-tradities. “Dit is een unieke baan, met een uniek karakter, compleet met horeca en sfeerverlichting buiten. Dat willen de schaatsers graag behouden“, lieten de exploitanten destijds weten aan Schaatsen.nl. Na de heropening concludeerde een vaste bezoeker tegen AT5: “Geweldig wat ze neergelegd hebben.”
Verdere toekomstplannen staan klaar. Naast de 400-meterbaan zijn de kleedkamers en kantoren inmiddels gerenoveerd en staat de vernieuwing van de ijshal in 2025 op de agenda. Regelmatig zijn er spannende races. De jaarlijkse Jaap Eden Trofee, onderdeel van de Daikin Marathon Cup, opent bijna elk jaar het seizoen. De erelijst is indrukwekkend: Jan Maarten Heideman vijf keer winnaar, Irene Schouten zelfs zes keer. In 2019 doorbrak de Belg Bart Swings de nationale hegemonie.
In de 52e editie op 19 oktober 2024 veroverden Homme Jan de Groot en Marijke Groenewoud de dagzeges. De rijders worstelen met kou, wind, regen of relatief warme temperaturen, terwijl toeschouwers op centimeters afstand meejuichen - een intensiteit die nog altijd gewaardeerd wordt.
De Jaap Edenbaan is voor schaatsend Nederland een plek waar de magie van het buitenschaatsen gekoesterd wordt. Het is strijd leveren in de openlucht en herinneringen smeden van generatie op generatie. En dat moet zo blijven, vinden zowel bestuurders als schaatsers. “Wij gaan er geen dak opzetten,” zei Egbert de Vries, bestuursvoorzitter van stichting ijscomplex Jaap Eden, in 2011 tegen NRC. Ook Jan Tibbe Terpstra, destijds voorzitter van de KNSB, liet weten dat overdekken geen optie is. Ard Schenk, zelf jarenlang kind aan huis op deze baan, verwoordde het kort maar krachtig: “Hier mag nooit een dak op.” Zodra het startschot klinkt, weet het publiek: dit is schaatsen zoals het bedoeld is.
Met de opening van de Jaap Edenbaan in december 1961 brak een nieuw tijdperk aan voor de Nederlandse schaatssport. Topschaatsers konden voortaan - ongeacht het weer - op kunstijs trainen. Volgens schaatshistoricus Marnix Koolhaas was langebaanschaatsen tot 1961 een marginale sport. Veel liefhebbers betraden het ijs wanneer het vroor, maar serieuze hardrijders waren er weinig. Bovendien moesten langebaanschaatsers elk jaar verplicht naar Noorwegen op eigen kosten als ze internationale ambities hadden.
Door de Jaap Edenbaan konden topschaatsers voortaan op kunstijs in eigen land trainen. Vanaf dat moment profiteerden talenten als Ard Schenk, Kees Verkerk en Carry Geijssen volop van de verbeterde faciliteiten. Pas daarna volgden de glansrijke successen: alle olympische gouden plakken bij het langebaanschaatsen zijn behaald ná 1961. Zo blijkt dat de baan niet alleen de ijskwaliteit veranderde, maar ook de weg vrijmaakte voor een gouden toekomst.