De Noord-Hollandse had ook wel haar zinnen gezet op de winst op dat onderdeel. Ze weet immers precies hoe het werkt, kent de wetten. "Het is acht keer een finale rijden, echt een tactisch spelletje", verklapte Huisman.
Ze vond het prachtig dat nu ook eens op de schaats te kunnen doen. "De afvalkoers zou ik ook graag rijden, net als de koppelkoers. Ik vind het allemaal leuk. En ik hou best van een beetje vernieuwing op de schaats. Het mag allemaal wel wat spectaculairder."
In dat opzicht vermaakte ze zich zelfs op de tribune. "Het is leuk dit eens als een toeschouwer te bekijken. En dan zie je meteen dat het werkt. Er gebeurt constant iets op het ijs, het gaat snel, je moet constant blijven kijken om niets te missen. Dat is voor publiek natuurlijk geweldig."
Maar Huisman zou graag nog ietsje verder gaan, alleen dan vooral in de entourage. Daarin stond zij overigens niet alleen. Het was in Thialf de meest gehoorde ’klacht’ van de deelnemers. "Ze moeten dit eigenlijk net aanpakken als een zesdaagse. De rijders laten opereren vanuit het middenterrein, spotlichten erop, veel muziek. Maak er maar een echte show van. Dat is geweldig om mee te maken. En de dweilpauzes mogen er best uit. Iedereen heeft dezelfde omstandigheden en die dweilpauzes halen de spanning uit de avond. Dat is eigenlijk jammer. Maar voor de rest zeg ik: vaker doen. Misschien gewoon wel twee keer per seizoen."