Hospes’ race verliep niet vlekkeloos. “Er zaten wat kleine foutjes in, die worden dan meteen afgestraft. Ik was voor mijn gevoel niet echt scherp.” Het was voor de 23-jarige iSkate-rijder nog een beetje wennen. “Omdat we wat later opstartten door de jet-lag ging het hardlopen in de ochtend eigenlijk een beetje over in de warming-up. Ik heb van tevoren net teveel energie verbruikt.”
Het gevolg was dat Hospes niet zo scherp en gretig aan de start stond als hij wilde. “En juist voor mij als echte sprinter is dat juist belangrijk.” Desondanks was hij zeker niet ontevreden met zijn optreden. “Ik reed mijn derde tijd ooit. Maar als je dan ziet dat je 21e geworden bent, tsja. Ik ben een echte topsporter en dus wil ik beter.” Daar krijgt hij zaterdag in de tweede 500 meter de kans voor. “Het is alleen jammer dat ik in de eerste rit start, alleen.”
Hoe zijn race zaterdag ook uitpakt, Hospes kijkt zijn ogen uit in Tsjeljabinsk. “Je rijdt in een ander land, op een andere ijsbaan. Er heerst een heel andere ambiance. Je bent toch Thialf bij een World Cup gewend. Maar de tribunes die hier zijn zitten wel vol.” Het valt hem ook mee hoe de zaken in Rusland geregeld zijn. “Van tevoren hoor je dat het eten bijvoorbeeld wel eens slecht zou kunnen zijn, maar dat is het niet. Je hebt niet veel keus, maar het is wel goed. En zo is het eigenlijk met alles. De Russen doen hun best.”
Ook staat Hospes ineens tussen de mannen die hij alleen maar van televisie kent. “Ik heb vroeger altijd veel gekeken naar de Lee’s en naar Joji Kato. Ik kijk nu niet echt tegen ze op, maar ik ga wel hun race bekijken als ze na me starten. Dat wil ik dan wel zien.”
En na afloop voelde Hospes zich ook eventjes een echte topper. Door een misverstand was de Russische pers ervan overtuigd dat ze met Jan Smeekens te doen hadden en werd Hospes geïnterviewd over de wedstrijd. “Ze hadden al snel door dat ik Smeekens niet was, maar toch wilde ze van me weten wat ik van de wedstrijd vond en van de ijsbaan. Met een tolk erbij. Dat was mooi.”