Op die talenten hebben de Noren even moeten wachten, legt bondscoach Jarle Pedersen uit. "Een paar jaar geleden stopten een aantal schaatsers, om verschillende redenen, min of meer tegelijkertijd. Er is toen maar één man geweest die dat gat een beetje heeft kunnen vullen. Dat was Bøkko."

Nu lijkt er weer wat meer aan te komen bij de Noren met Sverre Lunde Pedersen, de zoon van de bondscoach, en Siemen Spieler Nilsen. En met die jonge aanwas lijkt er in Noorwegen ook weer een groei in de populariteit van het schaatsen te komen.

"De populariteit hangt in grote mate samen met het succes van de Noren in de sport", zegt coach Pedersen. "Nu draait het hier vooral om het langlaufen en de biatlon, maar we zien we tekenen van groeiend succes."

Hij wijst om zich heen. "Er is nog nooit zoveel media bij een persconferentie van ons geweest als nu. Er is altijd sprake van ups en downs. Er is ook een tijd geweest dat de Nederlanders minder waren en de Noren piekten."

Vooralsnog lijken de Noren met Pedersen en Bøkko bij het komende Essent WK in ieder geval weer een beetje mee te doen. De twee mannen stuwen elkaar naar betere prestaties, denkt de bondscoach. "Die samenwerking is heel belangrijk."

"En ook de sportieve strijd tussen de twee. Håvard houdt er niet van om door Sverre verslagen te worden. Ook niet in de trainingen. Het is een groot voordeel om de beste schaatsers van het land in één team te hebben."

"Op dit moment zitten ze erg dicht bij elkaar", zegt de Noorse coach. Dat geven de rijders zelf ook toe. Bøkko ziet Pedersen als één van zijn belangrijkste concurrenten. "Onder Sven Kramer is een grotere groep schaatsers dan vroeger die om de prijzen rijdt. Verweij, Blokhuijsen, Pedersen, ik, Swings, Skobrev, Yuskov."

"Pedersen is één concurrent meer, maar het is goed voor ons beiden om in één ploeg te zitten. Het haalt ook wel wat druk van mijn schouders af", geeft Bøkko toe. Daarnaast denkt de Noor dat zijn jongere teamgenoot dé allrounder van de toekomst wordt. "Sverre is jong en hij zal de komende jaren medailles gaan pakken. Hij rijdt nu al zulke goede tijden. Wanneer ik stop, kan ik relaxed kijken hoe hij wint", grapt Bøkko.

Sverre Lunde Pedersen probeert zich in de aanloop naar het Essent WK in eigen land nog een beetje op de vlakte te houden over zijn kansen. "Mijn doel is top vijf. Dat is het al het hele seizoen, maar een medaille zou een mooie droom zijn. Maar dat is alleen mogelijk als ik op alle afstanden honderd procent rijd."

Net als Bøkko profiteert Pedersen van zijn ploeggenoot. "Ik kan nog zoveel van hem leren. En zeker als we hier in Noorwegen, bijvoorbeeld op het NK, tegen elkaar rijden dan is dat heel erg competitief. En het is goed voor het Noorse schaatsen dat het niet alleen maar Bøkko is die met de top mee kan. Ik merk ook dat er wat meer aandacht voor het schaatsen komt nu we met zijn allen weer wat beter worden."

Het eerste doel van Pedersen is om zijn teamgenoot en rivaal Bøkko te verslaan, maar hij richt ook zijn blik op Sven Kramer. "Ik hoop dat ik hem op een dag zal verslaan", lacht Pedersen.

Met de wisselwerking tussen Bøkko, Pedersen en Nilsen, die het Essent ISU WK Allround gebruikt als opmaat naar het WK junioren in Collalbo, lijken de Noren in het allrounden weer aardig de aansluiting te vinden. Toch blijft de spoeling dun, waarschuwt Pedersen. "Achter Nilsen dreigt weer een gat te vallen. Bij de vijftien- en zestienjarigen doen we het niet zo goed als we zouden willen."

Het tijdperk van de vier S’en (Jan Egil Storholt, Kay Arne Stenshjemmet, Amund Sjøbrend en Sten Stensen) die tussen 1975 en 1982 het internationale schaatsen domineerden, komt sowieso niet meer terug, denkt de Noorse bondscoach. "Het schaatsen is nu veel internationaler dan nu. Het is veel meer complex. Dat is erg goed voor de sport."