"Ik ben echt ontzettend blij met deze derde plaats", bekende Hoogeveen, terwijl hij vergeefs probeerde een houding te vinden waarin het lijf niet zeer deed. "Ik kwam namelijk terug uit een verloren situatie, waarin ik dacht dat er helemaal niets meer te halen viel."

Dat kwam met name door de valpartijen. De Fries uit Amsterdam vervloekte het ijs op de Weissensee bijkans. "Ik ben heel veel gevallen, heb nu ook heel veel pijn aan mijn rechterschouder. Maar ik ben steeds rustig gebleven, probeerde niet gefrustreerd te raken. Opkrabbelen en weer proberen aan te haken, dat was het eigenlijk." Zijn conclusie: "Ik was vandaag volgens mij de slechtste schaatser, maar de sterkste rijder."

Hoogeveen zag hoe Bart de Vries en ploegmaat Durk Fabriek hem tot drie keer toe passeerden als hij weer eens op het ijs lag. "En vervolgens haalde ik ze toch heel makkelijk weer in. Mijn snelheid lag veel hoger." In de finale kreeg hij het dringende advies ’de tijdrit van zijn leven’ te rijden. "En dat heb ik gedaan. In de laatste twee ronden heb ik vreselijk hard gereden. Opeens kwam het podium weer in zicht."

Zijn eindsprint deed de rest. Hij haalde Jochem Uithoven bij en kreeg vervolgens Martijn van Es in het vizier. "Vlak voor de finish pakte ik hem ook nog voor plaats drie. Heel even schoot het door mijn hoofd dat het zijn laatste wedstrijd was en dat het eigenlijk sneu was om hem van het podium te rijden. Maar het is topsport, en dit was geen stelen."

Hoogeveen stamelde kort na zijn finish dat hij er klaar mee was, dat hij dit seizoen niet meer wilde rijden. "De emotie van het moment", verklaarde hij. Maar de man van De Haan Westerhoff laat volgende week Italië wel links liggen. "Werkverplichtingen", excuseerde hij zich. "Maar in Zweden ben ik er weer bij." En na die uitspraak had Hoogeveen andere dingen te doen. Met toch nog een pretlichtje in het uitgebluste gelaat: "Naar de sauna. Heerlijk."