Daar ging Nuis z’n baanrecord. Compleet aan flarden. Het publiek in Thialf werd gek, Jordan Stolz zwaaide een keer met zijn arm en op de inrijdbaan applaudisseerde Kjeld voor de prestatie van zijn concurrent. 1.42,55. Pfff. Dat was 0,45 sneller dan zijn tijd, gereden in maart 2020 (1.43,00). Een hele hap van de Amerikaan die weer zo onstuitbaar snel lijkt als verleden seizoen, vóórdat de machine uitputtingsverschijnselen vertoonde op het wereldkampioenschap in Hamar.
Stolz zegevierde met een ruime voorsprong na een rit tegen Joep Wennemars die hij al dik voor het einde zo’n verschrikkelijk oorveeg uitdeelde dat het pleit was beslecht. “Dat wist ik donderdag meteen nadat ik de loting had gezien”, vertelde Nuis. “Jordan is een racer, die gaat mee met zijn tegenstander. Zo won hij ook in Calgary, omdat hij tegen die Duitser Sonnekalb moest. Die vormde een springplank, een rode lap waar hij naartoe reed. Joep deed het anders, die vloog 1100 meter balls out. Stolz volgde zijn pace. Hij heeft dat uithoudingsvermogen ervoor om door te gaan, en dan kan er weleens een heel enge tijd tevoorschijn komen. Nou, dat is precies gebeurd vandaag.”
Nuis en anderen hebben het dikwijls geroepen, sinds de vijftien jaar jongere krijger op schaatsen zich in de arena van de beste ijsartiesten bevindt: Stolz is van een andere planeet. Zo ziet hij er niet uit, zo gedraagt hij zich ook niet, maar zijn uitmuntende prestaties in deze sport verklaren de veelgebruikte uitspraak van zijn omgeving. Hij is zo goed dat het soms niet meer te geloven is, laat staan te verklaren. Zelf zal de knaap uit Wisconsin nooit buitensporig veel van zichzelf prijsgeven, dat mag zijn coach Bob Corby doen. Zo ook vrijdagavond in de mixed zone. De zeventiger had een verklaring voor de geweldige tijd waarmee zijn pupil hem had verrast. Rust. Gewoon twee dagen rust pakken. Heel simpel. Na Calgary was het gezelschap nog wat blijven hangen in Canada, er werd wat getraind, vervolgens naar Nederland gevlogen, en met een paar uurtjes op het Heerenveense ijs moest het weer gebeuren.
Waarvan akte. Alles en iedereen verbleekte opnieuw. Stolz volgde zijn jachtinstinct en niet de strategie die Corby hem had opgedragen. Zoals zo vaak. Het was eerder Wennemars die zijn koersritme bepaalde door er vanaf de start vol in te vliegen. Geen probleem, oordeelde Stolz in de rit. “Het was een gemakkelijke race, maar die was geen wereldrecord waard. Ik vertrok met een tempo dat voldoende zou zijn. Dacht ik. Totdat hij (Wennemars, red.) voor me uit bleef rijden. Dat vond ik niet zo leuk omdat ik mijn race toen moest aanpassen”, legde hij uit.
Het leek door zijn toelichting allemaal zo eenvoudig; alsof iedere topschaatser zijn plan tijdens de moeilijkste afstand van het langebaanschaatsen even kan omgooien zonder kapot te gaan, in brand te vliegen of ter plaatse te sterven. “Ja, maar het is toch zo dat je een wedstrijd op wel tien verschillende manieren kunt uitvoeren. En dat je ook nog harder kunt dan dit. Dat geloof ik wel.”
Niemand die eraan twijfelt na de zoveelste demonstratie. Nuis sowieso niet. Het grappige en tegelijkertijd bemoedigende aspect aan zijn zienswijze is dat hij onvoorwaardelijk vertrouwen houdt in zichzelf en zijn kunsten op de ranke ijzers. Nuis werd tweede, wat erg sterk was, maar zijn achterstand voelde aan als een lichtjaar: 0,76. “Ik ben de afgelopen vijf jaar nooit sneller geweest hier dan vandaag. Dat was toen mijn baanrecord. Dat is sick hoor, man! Daar ben ik heel trots op."
“Ik pakte de rest in: Ning eindigde als derde op meer dan een halve seconde, wat daarachter zat moest meer dan een seconde toegeven. Ja, er is er toevallig een van een andere planeet die nog sneller schaatst. Dat is zo. Petje af. Maar vergeet niet dat hij twee jaar geleden koud arriveerde in Stavanger voor de wereldbeker en daar een race won met 1,8 seconde voorsprong op nummer twee. Ik finishte nu op zeven tienden. Dan doe ik het nog niet zo gek, hè, hahaha. Er is best vertrouwen in de toekomst hoor. Ik ben op de goede weg. Wat ik moet doen, is doorbouwen. De voorbije dagen zaten we in Spanje alleen op de fiets, met tussendoor wat op de schaatsplank staan. Na terugkeer voelde het wat raar weer op het ijs te staan. Ik had twee keer mijn schaatsen aan en reed plotseling mijn snelste temporonde van het jaar. Oh shit, het kan gewoon!, schoot er toen door mijn kop.”
Hoop doet leven. In het geval van Nuis misschien wel meer dan dat.
Alle uitslagen staan hier