“Ik ben er trots op dat ik van de vijf WK’s die ik gereden heb één keer vierde ben geworden en de rest het podium heb gehaald”, zei Mulder na de huldiging. “Een WK maakt altijd wat extra’s los.”

Het gevoel was anders dan bij de Winterspelen. Toen wist hij dat hij mee kon doen voor de overwinning. Nu wist hij eigenlijk dat dat niet zou lukken met de sterke Pavel Kulizhnikov erbij. “Ik stond hier anders aan de start dan in Sotsji. Ik had nog niet het vertrouwen voor goud, maar ik voelde me steeds beter worden.”

Mulder bewees in Thialf voor zichzelf en voor het publiek dat echte kampioenen kunnen pieken als het belangrijk is. “Ik merkte vandaag weer een bepaald vuur. Het kwam echt van binnen.”

Hij hield, zoals wel vaker, zijn zenuwen in bedwang, ondanks snelle tijden van de concurrentie. “Ik zat in rit elf en ervoor werd twee keer 34,7 gereden. Ik wist dus dat ik minstens 34,8 moest rijden en ik ben trots dat me dat toch weer lukt.”

Tegelijkertijd was het gat met de Russische wereldkampioen groot. “Die gast wint hier met zeven tienden. Er is dus werk aan de winkel.”

Ook bleef Mulder met 34,85 en 34,77 ver verwijderd van zijn eigen baanrecord van 34,31. Die conclusie trok de beslist.nl-sprinters zelfs al tijdens zijn tweede race. “Ik ging vergelijken op het laatste rechte stuk. Ik liep een iets mindere laatste bocht. Maar als je ziet wat voor stap ik in een week maak, dan is er nog wat mogelijk.”

Of hem dat titelkandidaat bij de WK Sprint maakt, wilde Mulder niet zeggen. “Ik ga eerst hiervan genieten en bovendien is, als je naar het WK kijkt, ook Hein Otterspeer een grote favoriet.”