Al schaatsen slijpend zat er een schaatser tegenover me van een commerciële ploeg. Ik zat zelf nog in een gewestelijke ploeg. Waarschijnlijk vond hij deze wedstrijd een stuk minder spannend dan ik.
Toen zijn trainer binnen kwam vroeg hij hoe laat hij op de 500 meter moest starten. 'Rond half zes' was dan geen goed antwoord. De schaatser wilde het op de minuut precies weten. Terwijl ik mijn bramen eraf haalde vroeg ik me af of die wel goed wijs was dat hij dit durfde te vragen.
De trainer moest namelijk maar even teruglopen naar de startlijst, die buiten hing, om de precieze starttijd te bepalen. Even later bleek het 17:32 uur te zijn. Toch twee minuten dacht ik. Mijn aanpak was toen iets anders. Meestal was ik een uur voor aanvang aanwezig. Als het om een belangrijke wedstrijd ging kon dat wel anderhalf uur zijn. En wanneer ik moest schaatsen? Als iedereen die voor me staat op de startlijst geweest is toch?
Een aantal jaren later (2009) plaatste ik me voor de Challengers Cup. Dit was een wedstrijd voor de schaatsers die net buiten de wereldbekerplekken zaten. De trainer die mee was voor Nederland vroeg mij hoe laat ik wilde eten. Nu wist ik dat de wedstrijd om half zes begon, dus ja dan is lunch toch je laatste maaltijd geweest? Fout... ik wist toch wel hoeveel uur ik voor de wedstrijd moest eten? Sorry meneer de trainer, daar had ik me nog nooit mee bezig gehouden. Laat staan wat er op me bord moest liggen. Eten wat de pot schaft!
Tja, en nu is het (nog) 2011. En ook ik lijk een beetje aangestoken met het ‘virus’. Ik wil de dag van tevoren graag weten hoe laat ik moet starten en meestal wordt die tijd op de minuut nauwkeurig in een ping-bericht toegestuurd. En ja, ook ik weet inmiddels hoe lang van tevoren ik moet eten, en wat er dan ongeveer op mijn bord moet liggen. Wanneer vertrek ik naar de ijsbaan? Ik moet er niet meer aan denken om anderhalf uur van tevoren aanwezig te zijn. Daarnaast weet ik nu precies wanneer mijn warming-up begint en hoeveel ritten voor mijn rit ik het ijs op stap.
Tijdschema’s geven vooral rust, weten waar je aan toe bent. Dat was wel het laatste wat ik dacht toen ik daar in Utrecht mijn schaatsen aan het slijpen was.