‘IN EIGEN LAND KWALIFICEERDEN WE ONS VOOR DE OLYMPISCHE SPELEN’
"Het moment van mijn carrière dat ik nooit zal vergeten, was het olympisch kwalificatietoernooi in Den Haag, dat plaatsvond in november 1997. Het gevoel van trots en voldoening toen we ons in eigen land kwalificeerden voor de Olympische Spelen was onbeschrijfelijk. Ik herinner me de emoties die door ons lijf gierden toen we beseften wat we hadden bereikt nog als de dag van gisteren.
Het hele traject naar die kwalificatie toe was een rollercoaster van emoties. We moesten bij de eerste acht eindigen met het relayteam. Met Ellen Wiegers, Anke Jannie Landman, Danielle Molendijk, mijn tweelingzus Melanie en ik, gingen we de uitdaging aan. Ondanks blessures en tegenslagen binnen onze ploeg, wisten we het goed op te vangen en gingen we er vol voor.
Daarnaast was het toernooi meer dan alleen sport. Het was een periode vol intense emoties, zowel op als naast het ijs. In de week voorafgaand aan het OKT was mijn oom, de broer van mijn vader, aan kanker overleden. Ik word weer emotioneel nu ik het erover heb. Een lieverd was hij. Het hele dorp was in rouw.
Wilf O’Reilly was destijds bondscoach en hij zei tegen Mel en mij: ‘Jullie kunnen niet naar die begrafenis, over twee dagen moeten we ons plaatsen voor de Olympische Spelen.’ Het was voor ons een heel moeilijke beslissing, maar de gehele familie was heel begripvol en mijn ooms steun en liefde motiveerden ons om door te zetten en onze droom na te jagen. Als we bij het afscheid waren geweest, waren we te emotioneel geworden en had het te veel impact gehad op onze gemoedstoestand vlak voor zo’n belangrijke wedstrijd.
De begrafenis bleek heel mooi te zijn en de hele familie kwam naar ons kijken op het olympisch kwalificatietoernooi. Ik kon er veel kracht uit putten en reed ontzettend sterk. Zelfs individueel behaalde ik de kwartfinale van de 500 meter, wat voor mij in die tijd als een persoonlijke overwinning voelde.
De start van de kwartfinale op de relay was zo zenuwslopend. We wisten dat we minimaal tweede moesten worden, zodat we in de halve finale terecht zouden komen en dus bij de laatste acht zaten. De Italiaanse vrouwen vielen in de rit voor ons. Opeens ontstond het besef: shit, dit kan ook nog gebeuren. Gelukkig lieten we ons er niet al te veel door afleiden.
In onze rit lagen we op een gegeven moment derde. Eén plekje opschuiven was voldoende. Dat deden we en deze positie stonden we niet meer af. Toen we uiteindelijk de finishlijn passeerden en ons realiseerden dat we ons hadden gekwalificeerd voor de Olympische Spelen, was de vreugde onbeschrijfelijk. De tribunes waren volgeladen. Iedereen was in extase en er heerste zo’n ontzettende ontlading. Het was gelukt! Van dit moment is een prachtige foto gemaakt, die ik helaas nu even niet terug kan vinden. Deze stond destijds in De Telegraaf. Je ziet dat ik naar Melanie en Anke reed. M’n zus hield haar hand voor de mond en was net als ik in tranen.
Het zien van mijn familie en supporters op de tribune, die emotioneel en vol vreugde toekeken, maakten het moment des te specialer. Het was een mix van emoties, van intense vreugde tot diepe ontroering. Ik schiet nog vol als ik eraan denk. We gingen het ijs af en konden niet meteen naar de familie. Ik zag mijn ouders en neven gelukkig wel in de menigte op de tribune. We zwaaiden en waren allemaal in tranen. Dit was zo onwijs mooi. Ik zie ze nog staan.
Het olympisch kwalificatietoernooi in Den Haag zal om deze reden voor altijd een speciale plek in mijn hart hebben. Het vertegenwoordigde niet alleen mijn prestaties als sporter, maar ook de kracht van doorzettingsvermogen, teamwork en liefde voor de sport. Het was een moment dat me heeft geleerd dat met vastberadenheid en passie, alles mogelijk is.”