‘MIJN EERSTE WERELDBEKERZEGE: EEN VAN STRIJD, TWIJFEL, GROEI EN BEWIJS’
“Als ik één punt moet aanwijzen waarop alles samenviel, waarop mijn eigen weg ineens leidde naar bevestiging en overwinning, dan is dat mijn eerste World Cup-zege in Roseville, eind jaren ’90. Het was een onverwacht cadeau — eentje waar ik zelf keihard voor had gewerkt, maar die me evengoed overviel als een verrassing.

De aanloop naar dat moment was allesbehalve vanzelfsprekend. Het seizoen daarvoor, 1996-1997, werd ik uit de nationale selectie gezet. Er werd flink geschoven binnen de sprintploegen en ik viel buiten de boot. Peter Mueller kreeg een nieuw sprintteam, en daar hoorde ik niet bij. Toch had hij vertrouwen in me. Op 1 mei, de ochtend na Koninginnedag, ging de telefoon. Peter was net terug uit het buitenland. 'Pick me up from the airport', zei hij. Ik antwoordde nog: Maar ik zit niet in het team. Waarop hij antwoordde: 'Ah well, you’re gonna train with us'."
Blijkbaar had hij een lift nodig van Schiphol, maar hij had ook al een kamer voor me geregeld tijdens het opvolgende trainingskamp. Ik pakte snel mijn spullen bij elkaar, haalde Peter op, en ging mee naar het trainingskamp. Dat was het begin van een jaar waarin ik grotendeels mijn eigen weg moest vinden — trainen met het team, schema’s van Peter, af en toe met de baanselectie meedraaien. Het was puzzelen. Maar ik beet me erin vast en plaatste me voor de World Cups.

De eerste wereldbekerwedstrijden waren in Roseville, Minnesota. Ik was 25 jaar. Er ging een week voorbereiding in Milwaukee aan vooraf, waar we nog even goed konden acclimatiseren op de overdekte baan. Tijdens een van die trainingen klokte Peter bij mij een rondje van 26.0 seconden. Hij glom van trots en riep: 'Jij, you’re in great shape!' Hij had er gevoel voor, dat moet ik hem nageven.

Toen we eenmaal bij de buitenbaan van Roseville aankwamen, was het winderig, droog en niet bijzonder koud. De baan lag me goed. De sfeer in de ploeg was ontspannen. Ik was op dat punt in mijn carrière ook niet meer de rookie, dus ik voelde geen overdreven spanning. Ik dacht: gewoon genieten, en mijn ding doen.

JJ, you are in great shape!
Peter Mueller

De eerste dag was al veelbelovend. Ik reed een sterke duizend meter en werd tweede. Echter, het echte moment kwam op dag twee. De omstandigheden waren gunstig, ik voelde me sterk en ik reed een heel goede race. Aan de finish stond Peter met een grijns van oor tot oor. Ik stond ineens op het hoogste schavot op de 1000 meter in een tijd van 1.13,80; mijn eerste World Cup-overwinning!

Dat moment, dat podium, dat gevoel van erkenning na zo’n voorbereiding… dat vergeet ik nooit meer. Het was de bevestiging dat ik het wél kon, ook buiten de gebaande paden. Ik had zelf mijn schema’s aangepast, zelf mijn weg gezocht tussen de selecties door. Dat het zo ook lukte, voelde als een beloning; als een cadeau.

Collega’s als Jan Bos, Erben Wennemars en Gerard van Velde waren blij voor me, maar waren zelf ook in topvorm. Jeremy Wotherspoon was dé favoriet, maar die dag was ik hem de baas. Een week later in Calgary zou hij revanche nemen - hij trok me er na één ronde al uit. Ik was nooit zo explosief bij de start, daar moest ik het niet van hebben.

‘s Avonds werd mijn eerste plaats gevierd met een biertje tijdens het slotgala. Dat was daar altijd wel een succes. Het werd geen uitbundig feest, want we zaten nog middenin het seizoen. Maar de overwinning voelde wél als een mijlpaal, waar ik toch even bij stil wilde staan. 

Wat dit moment extra bijzonder maakte, was de weg ernaartoe. Ik had geen plek in het officiële team, maar kreeg vertrouwen van één coach die in mij geloofde. Ik nam risico’s, trainde op eigen houtje, en moest elke meter zelf verdienen. En dan, op een buitenbaan in Minnesota, was ik ineens de beste.

Dat is voor mij de kracht van sport: het onverwachte, de veerkracht, de beloning die soms komt als je het niet meer verwacht. Dat maakt deze overwinning mijn moment. Niet omdat het de grootste prijs was, maar omdat het alles in zich had - strijd, twijfel, groei, én het bewijs dat je je eigen pad mag volgen.

En nog iets: ik heb er ook écht van genoten. Soms zijn topsporters zó gefocust op presteren, dat ze vergeten om te kijken, te voelen. Maar dat weekend in Roseville — ik genoot van het ijs, de sfeer, het team, het biertje achteraf. Van het feit dat het gelukt was. Dat alles op z’n plek viel. Ik kijk er nog steeds met een glimlach op terug.” 

Moment van - Jakko Jan Leeuwangh