Laat de winter van 2025-’26 maar komen. Dat is een beetje de onderliggende hartenkreet van de 23-jarige schaatser uit Peize die bijna ongemerkt al een handvol jaar tegen het hoogste niveau aan zit, maar op wiens echte doorbraak het wachten is. Eerst verknalde corona de beginfase van zijn langebaancarrière bij TalentNED – door de lockdown was er geen competitie mogelijk, laat staan de broodnodige internationale wedstrijden. Vervolgens slaagde hij er slechts mondjesmaat in om als belofte in de kleuren van Jumbo-Visma te etaleren waarom hij een contract had verdiend.
Toch lukte het hem via een paar flitsen van zijn klasse op het ijs de leiding van Reggeborgh te overtuigen van zijn potentie op met name de 1500 meter en de vijf kilometer. Hij verkaste in de lente van 2023 naar de groene brigade, erop rekenend dat hij zijn deel ellende wel zou hebben gehad. Ook niet waar, helaas.
De eerste jaargang viel niet tegen. In het oog springend was de vierde plaats op het NK Allround in februari 2024, en ook in de Holland Cup behoorde Slotegraaf steeds tot de beteren. Aanknopingspunten genoeg om op voort te borduren en om keihard aan de slag te gaan in de voorbereiding. Wat hij niet wist – en beter ook – was dat een luizige teek die zich in zijn lichaam had genesteld alle trainingsuren en goede bedoelingen volstrekt nutteloos zou maken. De ziekte van Lyme bracht wanhoop. “Ik ben heel dicht bij de uitgang van het schaatsen geweest”, verzekert Remo deze middag, gezeten aan een picknickbank in de hal van Thialf.
Er zijn weinig mensen die zijn verhaal kennen. Van hem mag dat zo blijven; liever kijkt hij vooruit, bij voorkeur naar het moment dat men kennismaakt met zijn onmiskenbare schaatskwaliteiten. Toch ontkomt hij nu even niet aan die vervelende voorgeschiedenis. Op tafel liggen twee A4'tjes met uitslagen: de 1500 meter en de vijf kilometer van het World Cup Kwalificatietoernooi 2024, zijn laatste optredens van de vorige winter (8 en 9 november). Oftewel, alle toernooien moesten nog beginnen.
6.29,60 op de 5000 meter, tussen de hekkensluiters van het deelnemersveld, met bijna 23 seconden achterstand op winnaar Chris Huizinga. De schaatsmijlcijfers zijn zo mogelijk nog vernietigender: voorlaatste in een tijd van 1.52,75, dik zeven tellen na nummer 1 van die dag, Tijmen Snel. “Dit zijn confronterende uitslagen”, bekent hij onmiddellijk. “Een heel pijnlijk weekend in mijn carrière. Ik was met zoveel vertrouwen aan het seizoen begonnen. En toen reed ik zo in de rondte. Nee, dat was niet leuk. Terwijl het de week voor het WCKT allemaal fantastisch ging.”
Het Lyme-onderkruipsel in zijn lijf bezorgde hem beroerde maanden. De koorts velde hem gedurende vier weken, maar een diagnose stellen bleek niet zo simpel. “Het is een vage ziekte waar nog niet al te veel bekend over is. Ik weet inmiddels dat je het in verschillende gradaties kunt krijgen; mij had de ziekte goed te pakken. Of anders gezegd: ik heb er de rest van het seizoen door stilgezeten. Uiteindelijk werd duidelijk dat ik Lyme had en toen moest ik aan de antibiotica, waardoor ik opnieuw wekenlang niets kon doen. Drie maanden uit de roulatie, daar word je niet beter van hoor”, klinkt het droog.
Het geweldige nieuws, wat Slotegraaf betreft: parkeer de misère, want hij is op de weg terug. De zogenoemde ‘stille maanden’ voor een schaatser (grofweg de periode april- eind juli) heeft hij optimaal kunnen benutten om een inhaalrace te plegen. Sinds de ploegstage op het ijs van Inzell (half juli) voelt hij dat het goed gaat. Slotegraaf toont zich oprecht blij dat hij nog een van de Reggeborgh-mannen is. “Het had zo anders kunnen gaan. Ik heb niets laten zien de afgelopen winter. Dan is het geweldig dat ik weer een jaar de kans en het vertrouwen heb gekregen vanuit het team om op dit niveau verder te werken.”
Aan veel is te merken dat hij haast heeft zijn beste vorm weer aan te tikken. Hij beseft goed dat er soms een handrem op moet, om niets te forceren. “Maar ondertussen zie ik natuurlijk dat het team doorgaat en het niveau van veel ploeggenoten hoger dan het mijne ligt. In die zin heb ik de voorbije maanden meer alleen moeten trainen dan voorheen. De begeleiding van de staf - Robin Derks in het bijzonder - was altijd super. Nooit voelde het alsof ik er alleen voorstond. Verder steunden m’n ouders me overal in. Mijn vader is mijn grootste supporter; als hij alle jaren in totaal drie of vier keer een wedstrijd van me heeft gemist, is het veel. Dat zegt genoeg.”
Nu is het wachten op wat NOS-schaatscommentator Herbert Dijkstra in 2020 op televisie riep terwijl hij op het NK Allround bezig was aan zijn eerste tien kilometer ooit. ‘Technisch prima in orde, deze man, we gaan echt nog vaker van hem horen…’ Dat was dus een compliment aan het adres van het talent Slotegraaf. Hij knikt, het fragment staat hem bij. “Dat is de bedoeling. Ik train momenteel lekker, laat ik dan maar proberen er de komende maanden iets moois van te maken. Eerst m’n oude niveau halen, dan aantonen dat ik van toegevoegde waarde kan zijn in de ploeg. Doelen hangen we er pas aan als ik weer wat kan presteren.” Logisch, dat voorzichtige uitgangspunt. Het is zelfbescherming. Dat hoeft hij er niet eens aan toe te voegen.